Bestudeer zelfsturing om zelfsturend te worden

In een boek over ‘Appreciative Inquiry’ (AI) las ik een mooie gedachte die ik in deze blogs over zelfsturing verder wil uitdiepen. Hier komt hij: ‘Een organisatie beweegt zich in de richting van wat zij bestudeert.’ De onderliggende filosofie van het ‘Waarderend Onderzoek’ is het goede uit het verleden van de organisatie te ontdekken en te bestuderen. Om daar zo een richting voor de toekomst uit te destilleren.

Houd deze gedachte vast. Je beweegt in de richting die je bestudeert. Wanneer we als team nadenken over die keren dat we zelf onze problemen oplosten en daar heel veel energie uit haalden. Toen we het niet van onze manager verwachtten en zonder interventie positieve resultaten behaalden. Alleen al de gedachte daaraan is motiverend. Het nadenken over het goede verstevigt de zenuwnetwerken die daar mee te maken hebben. Sterkere zenuwbanen leiden tot hetzelfde gedrag als het gedrag wat we onderzoeken. Door het goede te bestuderen programmeer je de hersenen het goede te doen. Je wordt wie je denkt te zijn.

Maar er is een keerzijde. De gedachte dat je alleen het goede moet bestuderen klinkt verleidelijk, maar is in mijn opvatting te beperkt. We zien daarmee over het hoofd dat mensen en organisaties ook hele kwade eigenschappen kunnen ontwikkelen. Er zijn organisaties die door en door ziek zijn. Ik denk, in tegenstelling tot wat AI aanmoedigt, dat we beide aspecten moeten bestuderen, het goede om verder te ontwikkelen en het kwade om bronnen te vinden om daaraan te ontsnappen. Op die manier bewegen we ons in de richting van het ideaal.

Dat ideaal, ik zal het nog maar een keer herhalen, is zelfsturing! Want als een organisatie zo lenig is dat ze mee beweegt met de veranderingen in haar omgeving dan ontstaat zelfsturing. De complexiteit van deze wereld, de immense uitdagingen waarvoor wij staan vragen daarom. Niet dat dit voor alle organisaties is weggelegd, maar er is wel een groot aantal nodig om een betere wereld te krijgen.

In de agile wereld praten we veel over experimenten. Sommige raamwerken gaan er prat op dat zij empirisch zijn. Als je ze dan bestudeert, blijkt dat slechts in beperkte mate. Zij slaan daarbij wel heel vaak een aantal belangrijke stappen over. Wie experimenteert is nog niet direct empirisch. Dat ben je wanneer je literatuurstudie doet, voorspelt en vervolgens experimenteert om falsificatie in plaats van bevestiging te zoeken. De wetenschappelijke methode is er een van twijfel in plaats van zekerheid.

Door te studeren ontdekken we wat anderen al hebben bedacht. Theorie is de ervaring van iemand die ons is voorgegaan. De hypothese die we formuleren moet zowel logisch als te falsifiëren zijn. Uiteraard hebben we de voorspelling vooraf gedaan in plaats van dat we achteraf naar bewijs zoeken. Dat stoort me aan veel van de literatuur over zelfsturing, men poneert een stelling en komt met anekdotes die dat ondersteunen. Het zijn geen directe leugens maar halve waarheden. Zelfsturing is een ideaal en is daarom nooit te bewijzen.

In het zoeken naar bewijs waarom het niet werkt, vinden we aanknopingspunten voor verbeteringen. Wie faalt die leert en ontdekt een nieuw pad dat ons een stapje verder brengt. Op die manier bereiken we het ideaal. Honderd procent lukt nooit, maar als je de successen en het falen in het verleden bestudeert, dan kan je wel een heel eind in de richting komen.

De waardevolle bijdrage

Jij hebt zowel het goede als het kwade in je wonen. Sommige mensen zijn heilig, andere door en door slecht, de meeste mensen hebben iets van beiden. Psychopaat en altruïst huizen in hetzelfde lichaam. Als alles meezit laten we het beste van onszelf zien, komen we onder druk te staan dan ziet het kwade kans om terrein te winnen. Dat is nodig om onze belangen te beschermen. Boosheid beschermt ons in zekere mate, het schrikt af en doet onze tegenstander terugdeinzen. Tegelijkertijd beschadigt het de relatie en verziekt de stemming. Daarom mag het kwade niet te lang de overhand hebben.

Het kwade is zowel aangeboren als aangeleerd, het goede overigens ook. We komen allemaal enigszins beschadigd uit onze opvoeding. Hoe goed je ouders ook hun best hebben gedaan, je bent maar beperkt toegerust voor de complexe samenleving waar je als jong volwassenen in geworpen wordt. Na het spel begint de volwassenheid. Dan komt het er meer dan ooit op aan dat je met anderen samenwerkt in het bevredigen van jouw en hun behoeften. Een ruilproces dat alleen werkt wanneer het merendeel van de mensen daaraan meedoet. Een goede samenleving kent geen plaats voor egocentrisme of egoïsme, wel voor autonomie maar dat is iets heel anders.

Mensen houden niet van regels. We zagen en zien dit bijvoorbeeld met betrekking tot de maatregelen van de overheid om de wereldwijde pandemie in te dammen. Los van het feit of je het er al dan niet mee eens bent, het is uitermate interessant te zien hoe mensen op regels reageren. Sommigen gaan, diep verontwaardigd over de inperking van hun vrijheden, het verzet aan. Weer anderen hebben er lak aan en doen stilletjes wat ze altijd al deden, terug naar het oude normaal terwijl we het nieuwe nog aan het zoeken zijn. De individualisten spreken over de aantasting van hun grondrechten zonder zich te realiseren dat daar ook grondplichten bij horen.

Een van de grondplichten, zo vind ik, die iedere volwassene van een land heeft, is het leveren van een waardevolle bijdrage aan de samenleving. Enkel doen wat jij wilt is niet voldoende. Binnen de sociocratische filosofie, een die uitermate streeft naar zelfsturing, spreken we over ‘artful participation’ een term die zich het beste laat vertalen met ‘lever je beste bijdrage’. Het is een kompas voor als het kwade in je naar boven komt wanneer je samen bent. Als je de neiging hebt een bijdrage te leveren die helemaal niet het beste is voor dat moment.

Stel jezelf de vraag: ‘Is dat wat ik nu van plan ben, waardevol voor de groep waarin ik nu verkeer?’ Doe dat en je zult zien dat je een beetje dichter bij het ideaal van zelfsturing komt. Het leveren van de beste bijdrage is net als bij vaccinatie, het werkt pas goed als het merendeel van de teamleden hier bewust mee bezig is. We zijn dat groepsgevoel een beetje kwijtgeraakt in de decennia van individualisme die achter ons liggen. Gelukkig werk zo’n bijdrage aanstekelijk.

Immanuel Kant leerde ons dat je een ander mens niet enkel als middel maar ook als doel moet zien. Elke grote organisatie bezit wel een HR afdeling die, voordat we ons in management gingen verdiepen, gewoon ‘Personeelszaken’ heette. Ik stel voor dat we, indien zo’n afdeling nodig is, deze weer die oude naam geven. Ik wil geen Menselijk Middel zijn dat managers inzetten voor het realiseren van de bedrijfsdoelen. Integendeel, ik wil mijn talenten inzetten om een waardevolle bijdrage aan de bedrijfsdoelen te leveren. Liever een medewerker dan een middel (of resource).

Wanneer we willen streven naar zelfsturing als ideaal, dan betekent dat een mentaliteitsverandering. Of zoals de Engelsen zouden zeggen een ‘mindset shift’. Het denken van de leidinggevenden in een organisatie moet ingrijpend veranderen. De mens in de afdeling is naast een middel toch vooral een doel. Laten we daar in ons streven mee beginnen.

Zelfsturing als ideaal

De door sommigen verwachte transformatie waarin wij als mensen evolueren naar een liefhebbende, niet door machtsbeluste autocraten geleide wereld is een hersenschim. Het getuigt van grote naïviteit en gebrek aan historisch inzicht. Kijk naar de landen zowel in als buiten Europa, let op de grote wereldmachten en zie hoe autocratische vormen van leidinggeven daar steeds meer regel dan uitzondering zijn. Het lijkt wel alsof democratie zijn langste tijd heeft gehad en, begrijp me nu niet verkeerd, we zo langzamerhand wel aan een nieuwe versie toe zijn.

De geschiedenis leert ons dat elke revolutie een nieuwe heersende elite voortbrengt die haar kinderen offert tijdens de realisatie van haar idealen. Volledige zelfsturing en rechtvaardigheid zijn mythes, omdat er altijd wel weer mensen opstaan die meer macht verwerven dan anderen. Dat moeten we onder ogen durven te zien wanneer we streven naar het ideaal van zelfsturing.

Als we goede organisaties willen bouwen dan moeten wij aandacht schenken aan zowel het goede als het kwade in de mens. Want hoe onprettig het ook voelt, ieder van ons is in staat tot gruwelijke daden wanneer de omstandigheden daar de gelegenheid toe geven. ‘Het kwade in ons’ is een onaangename gedachte. Het is de reden waarom we wetten nodig hebben. Wie alleen maar uit gaat van het goede in de mens geeft de psychopaten vrij baan. Gaan we daarentegen enkel van het slechte uit dan vervreemden we van elkaar.

Diep in de hersenen zit de amygdala, het centrum van onze angst en woede dat net iets eerder reageert dan de rede die achter je voorhoofd zetelt. Het beest is eerder wakker dan de heilige. Vervelend maar waar, zo zit het nu eenmaal in elkaar. Kwaad moet een voordeel hebben gehad omdat het anders nooit de honderdduizenden jaren evolutie had overleefd. Angst, boosheid en zelfs blinde woede hebben zo hun nut wanneer iemand ons bedreigt. Maar pas op want je speelt met vuur wanneer deze de overhand krijgen.

(c) Canstockphoto, FotoVika

Toch er is hoop: wij kunnen bewust denken. Wij kunnen plannen maken en besluiten niet toe te geven aan onze instincten. Als geen andere soort zijn wij in staat zowel onze omgeving als onze emoties te beïnvloeden. Die beheersing vereist oefening. Dat oefenen vindt altijd plaats wanneer we met anderen in teamverband samenwerken. Daarom is zelfsturing een middel om het beest in ons te temmen. Een middel wat beter werkt dan de autocratie van de manager. Ik zal daar in volgende blog meer over schrijven.

Het streven naar zelfsturing brengt een betere wereld voort. Hoe? Stap voor stap, door kleine experimenten in onze afdelingen. Het team is als de kring rondom het kampvuur waar iedereen op een gelijkwaardige fysieke plaats zijn zegje kan doen. Door begrip te tonen voor een collega wiens kwade kant de overhand krijgt en hem er op aanspreken wanneer dit anderen schaadt. Sociale controle is lang zo slecht nog niet. Door met iemand te praten, in plaats van over, ontstaat er een omgeving waarin mensen echt emotioneel volwassen worden. Geen simpele weg, maar wel te doen. Op die manier maakt het team af wat de ouders in het gezin en de school gedurende de pubertijd begonnen waren. Je hebt een samenleving nodig om van kinderen wijze mensen te maken.