Dit is alweer de vijfde verkiezingsblog. Ik heb in het begin van de verkiezingscampagne gelet op de wijze waarop politici zichzelf profileren. Er viel me iets op dat me stoort en dat is de wijze waarop men bepaalde gebeurtenissen framet, of in gewoon Nederlands ‘herkadert’. Als iemand de aanstelling van President Trump plaatst in het kader van ‘het einde van de wereld’ of ‘een revolutie’ dan vind ik dat uitstekend als een gewoon iemand het doet, maar ik stoor me er aan als de politicus het doet. Hij ontneemt bij daardoor de mogelijkheid om mijn eigen betekenis aan een gebeurtenis te geven.
Een ‘frame’ schept een soort alternatieve, niet reële werkelijkheid en leidt mij af van de feitelijke situatie. Iemand die zegt dat we Nederland terug moeten veroveren dan vraag ik met af van wie. Ook vraag ik me af wat het feitelijke probleem is, in alle lijstjes komt Nederland steeds bovenaan. Echter de beeldvorming in de media, gevoerd door mensen met politieke bedoelingen, is – in vergelijking tot andere landen in de wereld – niet juist. Het gaat juist heel goed in Nederland. Er zijn niet zoveel bange boze mensen, de meeste mensen zijn tevreden en gelukkig, er is overigens wel een groep politici die dit aanwakkert.
Het resultaat hiervan is, dat mensen die gelukkig zijn, angstig voor de toekomst zijn geworden en stemmen op de partij met het simpelste ‘frame’. Een ‘tsunami van …’ terwijl het slechts om een hele kleine minderheid gaat; het ‘partijkartel’ terwijl Nederland een coalitieland is, dus ontkom je er niet aan. Dit soort betekenissen leiden mij af van de feitelijk inhoud, en dat zal dus ook voor mij een criterium zijn om bij een dergelijke partij op mijn hoede te zijn bij wat zij beloven. Geen metaforen want die verhullen. Heldere taal dus gericht op de inhoud, dan kan ik pas echt een keuze maken.