Helaas is er niet één oorzaak aan te wijzen

Je bent niet de enige die, bij het zien van de rellen, zich afvraagt wat er met ons land gebeurd. Nu er rellen zijn, komen er weer nieuwe experts uit hun holen. Een welkome afwisseling van alle virologen/medici waar we al zo’n tien maanden naar hebben geluisterd. Elke relexpert heeft zo zijn eigen idee over de oorzaak en uiteraard ook wat de oplossing zou moeten zijn. Terwijl ik naar de kakafonie van meningen luister, dringt het door dat er niet een enkele oorzaak is. Het is het samenspel waarvan de gevolgen ons boven het hoofd aan het groeien zijn. Om er een paar te noemen:

  • Elke bevolking, ook de onze, heeft een kleine groep relschoppers.
  • De nieuwsmedia maken alles grootser dan het feitelijk is.
  • Er zijn veel te veel praatprogramma’s.
  • Het ‘stoere’ taalgebruik van politici.
  • Het wegzetten van bevolkingsgroepen als ongedierte.
  • De mensen die corona niet zo ernstig vinden.
  • De mensen die corona heel ernstig vinden.
  • Mensen zijn de maatregelen moe.
  • De gebeurtenissen rond de verkiezingen in Amerika.
  • De tanende invloed van de wetenschappen.
  • De assertiviteit van de bevolking.
  • Sociale media als platform voor kroegpraat.
  • Het eindeloze gepolder om draagvlak te verwerven.
  • De vrijheidsbeperkende maatregelen ten gevolge van de pandemie.
  • Een demissionair kabinet.
  • De aanstaande verkiezingen.

Met deze lijst ben ik nog niet eens halverwege. Teveel oorzaken zijn er om op te noemen. Ik besef dat er ook niet zo 1-2-3 een oplossing voorhanden is. Een grote minderheid hoopt op een kabinet zonder Rutte als premier en bij voorkeur heel groen en sociaal. Maar het zal niet uitmaken, want welk kabinet dan ook, het krijgt te maken met een crisissituatie waarvan de uitkomst uiterst onvoorspelbaar is. Is er dan geen oplossing? Uiteindelijk, op de lange termijn wel. Op korte termijn blijft het een beetje aanmodderen. Niet fraai, maar wel noodzakelijk.

De laatste in mijn onvolledige lijst van oorzaken zijn de aanstaande verkiezingen. Daar heb ik een uitgesproken mening over. Ik zal deze met twee argumenten onderbouwen.

Ten eerste: zal ik stemmen op een partij dicht tegen het midden. Immers tijdens een crisis is het onwenselijk dat er veel gepolderd wordt. Als Nederlandse bevolking zijn we gebaat bij een stabiele regering. Ik laat het aan mijn lezer over om het voor de hand liggende stemadvies hier zelf uit af te leiden. Of je nu socialistisch, liberaal of gelovig bent, stem een keertje in het midden. Naar mijn idee blijven er dan drie partijen over. Bij de volgende verkiezing, als alles weer tot rust gekomen is, kies dan weer buiten het midden.

Ten tweede, gezien de complexe opdracht waarvoor het nieuwe kabinet staat en de immense bestuurlijke opdracht die zij heeft te vervullen, stem ik op een partij die op landelijk niveau bestuurlijke ervaring heeft. Niet op de beste stuurlui die hun hele carrière aan de spreekwoordelijke wal hebben gestaan. Al helemaal niet op de bonte stoet van amateurs die denken dat ze het beter weten. Ook kijk ik naar simplistische uitspraken van politici over de oorzaken van de huidige situatie. Als je zo simpel denkt, dan diskwalificeer je jezelf als bestuurder van een land. Ook dan blijft er niet veel over.

De stem die jij uitbrengt, is jouw eigendom, niet de mijne. Maar denk deze ene keer niet aan jouw belang, maar aan dat van het Nederland. Ga af op je eigen intuïtie en laat je keuze niet afhangen van de uitkomst van een stemwijzer. Want nodig is, is een coalitie met weinig partijen die ons daadkrachtig kan beschermen en vertegenwoordigen. Wij hebben de toekomst in onze eigen handen, laat de eenheid het winnen van de verdeeldheid.

Roepend in een woestijn van coronamoeheid

Al bijna tien maanden van de ene maatregel naar de andere. Van aanscherpen naar versoepeling, van wanhoop naar hoop en dan weer terug. Het lijkt alsof we figuranten in een slechte sciencefiction thriller zijn. Niemand was er op voorbereid en wie bezit de vaardigheden om hier mee om te gaan? Want tot voor kort was Nederland, voor de meeste van ons, een plaats waar het goed vertoeven was. We konden doen wat we wilden en zolang je je hoofd niet te ver boven het maaiveld stak, liet men je in je waarde.

Maar nu, tien maanden later, willen we terug naar hoe het was. Het vertrouwen in een goede afloop brokkelt langzaam af. Het vaccineren gaat tergend traag en nieuwe mutaties rukken in hoog tempo op. Een overvloed aan informatie en pratende hoofden in de ‘mainstream’-media doen onze hoop nog verder smelten. Daarnaast afwijkende stemmen op alternatieve platformen van informatieverstrekking. Wat is echt en wat is nep? Wie zal het zeggen? Een overladen brein schakelt op een gegeven moment af en leidt bij velen tot moeheid.

Bij sommigen gebeurt het tegenovergestelde. Zij blijven informatie vergaren en delen dit in hun nabije omgeving. Dat maakt hen roepende in een woestijn van coronamoeheid. Zowel degene die de juiste als die de misleidende informatie verstrekt, is dit aan het overkomen. De meerderheid van de bevolking wil er eigenlijk niets meer over horen. Men is er klaar mee. In ieder geval is dan de rust in ’t hoofd weer teruggekeerd en dat is winst.

Maar laat je niet misleiden, want de onrust is er nog steeds, alleen je merkt hem niet. Onderhuids woekert hij voort en zoekt naar overleving in een uiterst volatiele wereld. Ofwel de pandemie verergert tot een punt dat zij niet meer te beheersen is, ofwel krijgen we te maken met de gevolgen van alle maatregelen van het afgelopen jaar. Mogelijk met beide. Hoe dan ook, onzekerheid is troef. Daarom is het uiterst onverstandig om de coronamoeheid toe te staan. Je kunt je maar beter niet afsluiten voor wat er gaande is.

Elke crisis kenmerkt zich door onvoldoende informatie. Dat maakt dat we ons onzeker voelen en terecht. Of maatregelen wel of niet werken, is moeilijk te voorspellen. Of nieuwe varianten ons voor nog grotere problemen zullen stellen al helemaal niet. Het nieuwe normaal is de zeer dominante aanwezigheid van onzekerheid. De beste therapie daartegen is informatie- en kennisvergaring. Dat laatste is broodnodig om de aangeboden informatie haar plek te geven.

Daarom zal ik blijven roepen in deze onzekere tijden, al is het alleen maar om het gevoel van enige controle over mijn leven te behouden.

Normaal zal het niet meer worden, pas je daarom aan

Nog even en we zitten in Nederland één jaar in de crisis. Of we deze hadden kunnen afwenden, is iets waar historici zich laten over uit moeten laten. Een ding is wel zeker, vlak voor de zomer van 2020 waren er ca. 1.700 mensen besmet, als we toen hadden doorgepakt dan had het er nu waarschijnlijk gunstiger uitgezien. Maar goed, wat koop je daarvoor? Stop te hopen op een beter verleden, zeg ik wel eens. Wat moeilijk tot velen schijnt door te dringen, is dat het niet meer normaal gaat worden. Voor een belangrijk deel hebben we dat aan ons zelf te wijten. In plaats van ons te richten op het terugdringen van het virus, richten we ons, nog steeds, op het terugdringen van de maatregelen. Het is moeilijk om van onze hedonistische trekken af te komen.

Regelmatig gaan er stemmen op om minder draconische maatregelen. De argumenten die dan worden aangevoerd zijn:

1) Moeten we de hele economie opofferen om enkele oudjes die toch al dood gaan te redden?

2) Moeten we niet meer rekening houden met de psychologische effecten van de lockdown?

Het zijn retorische vragen waarop het antwoord volgens de stellers ‘het opheffen van de maatregelen’ moet zijn. Zij willen terug naar hoe het eens was. Dit is een majeure misvatting en een tegenstelling die niet bestaat.

Wanneer we de samenleving opengooien dan redden we in geen geval de economie en voorkomen we ook geen psychologische schade. We hebben te maken met een vergrijsde samenleving, zo’n 4,5 miljoen burgers zijn ouder dan zestig jaar. Zij zullen als we het virus de vrije loop laten voorzichtiger zijn in hun deelname aan de economie. Uit levensbehoud zullen zij minder uitgaan en minder besteden. Dat veroorzaakt dus uiteindelijk ook een tsunami aan faillissementen, temeer omdat de overheid dan ook zal stoppen met de steunpakketten.

Als het virus vrij baan krijgt, krijgen bedrijven en organisaties te maken met veel meer ziekte en uitval onder hun werknemers. Jongere mensen worden relatief minder ziek van het virus, maar dat neemt niet weg dat de absolute aantallen zeer hoog zullen worden. De druk op de zorg blijft bestaan en op een gegeven moment zullen we in eenzelfde situatie dan nu terechtkomen. Mijn vraag is dan: “Wat hebben we opgelost?

Ook lijkt een dergelijk scenario niet erg uitnodigend voor mensen in risicoberoepen. Ik zou me dan nog wel eens tien keer bedenken voordat ik voor een carrière in de zorg zou kiezen. Keuzes die wel eens tot nog grotere tekorten aan zorgpersoneel kunnen leiden. Dit geldt natuurlijk ook voor het onderwijs (de scholen moeten immers openblijven). Veel essentiële sectoren zullen leeglopen. Is dat dan wat we willen? Het lijkt me niet.

Nu ben ik nog vergeten dat wanneer we het virus zijn gang laten gaan, dat het dan meer mogelijkheden heeft om zich te muteren naar een gevaarlijkere variant. Zie wat er gebeurd is met de Britse mutatie. Gelukkig is er een vaccin, maar wat nu als dat niet meer helpt tegen een nieuwe mutatie, dan zijn de rapen goed gaar.

Ik ben bang dat we nog wel een tijdje in deze situatie zullen zitten, als alles meezit ziet het er hopelijk in 2022 wat gunstiger uit. Verwacht dus niet teveel van dit nieuwe jaar. Maar ook de tijd na Corona zal niet terugkeren naar een oud normaal. We krijgen dan te maken met de economische fall-out, bedrijven die failliet gaan, overspannen zorgmedewerkers. Dan krijgen we de nasleep van de long-Covid patiënten, werkeloosheid en de sociale en psychologische gevolgen van de lockdown en de daaruit voortvloeiende onrust. Dusverre van normaal.

Leuk is anders, maar zo is het gegaan na elke pandemie. Mijn lijfspreuk voor deze tijd is: verwacht het ergste, streef naar het beste om zo op het meest realistische scenario uit te komen. Accepteren en aanpassen is de enige logische actie.