Wat je regelmatig tegenkomt in de agile literatuur en diverse blogs is de noodzaak van dienend leiderschap. Waarmee we dan bedoelen dat iemand eerst de keuze maakt om te dienen en van daaruit leiderschap ontwikkelt. Dit is een mooie gedachte, echter niet realistisch en daarmee is een van de belangrijkste succesfactoren voor agile werken meer fictie dan feit. Tot mijn grote verdriet zie ik niet zo een-twee-drie een oplossing. Laat ik uitleggen wat ik bedoel.
De dienende leider aan de top
Bij elke nieuwe werkwijze, of dit nu de drietrapsraket portfolio, programma, project, of een willekeurige scaled agile methode is, steeds weer lees je dat er topmanagement commitment moet zijn ten aanzien van de gekozen werkwijze. Bij de drietrapsraket gaat de macht van boven naar beneden, bij scaled agile komt daar het dienen van de onderliggende onderdelen bij. Dit is een van de sterke punten van het agile idee, maar meteen een van de zwakste wanneer je naar de menselijke natuur kijkt.
Om topmanager te worden, moet je een sterke ambitie hebben. Daarna is te veel empathie niet altijd even handig. Je komt niet aan de top door lief en aardig te zijn. Er is altijd een goede balans nodig tussen dienen en heersen. Waarbij het dienen dan veel meer een techniek dan een houding is. Dat is overigens een wijsheid die je pas veel later in je carrière ontdekt en dan is de psychologische schade al verricht.
Naar mate je hoger in de hiërarchie komt krijg je minder tegenspraak, en zullen mensen je minder corrigeren op je gedrag. De rol van operationeel manager is de enige plek waar je nog redelijk dienend kunt zijn, mits de volgende manager je een beetje vrijlaat. Om carrière te maken als manager moet je meebewegen met wat de mensen boven je bedenken. Het daardoor ontbreken van correctie zorgt ervoor dat er bij hogere managers in meer of mindere mate persoonlijkheidssoortnissen ontwikkelen. Zodra iemand een dergelijke stoornis ontwikkelt dan is het gedaan met dienend-leiderschap. Hoewel er natuurlijk best wel uitzonderingen te vinden zijn, zal het merendeel van de topmanagers niet meer de mentale conditie bezitten om echt te dienen.
Is er dan helemaal geen hoop meer?
Daar lijkt het wel op, tenminste de hoop op dienend leiderschap, heb ik allang geleden laten varen. Neemt niet weg dat het een mooi ideaal is om naar te streven. Liever accepteer ik de werkelijkheid en neem deze zoals deze is. Waarom werk ik, wat is mijn bestaansrecht? Ik dien de mensen van wie ik houd en de verder alleen de anderen die mij verder kunnen helpen. Egoïstisch? Ja dat is het, maar je kunt niet de hele wereld helpen. Alleen voor mijn geliefde offer ik me op, mogelijk voor een enkele vriend, maar daar houdt het mee op.
Dan moet je een keuze maken, stap ik in de management arena of niet? Als het antwoord ja is, betaal ik waarschijnlijk een hoge psychologische prijs, maar zonder managers ook geen organisatie. Ik heb het een tijdje gedaan, maar heb dat lang achter me gelaten. Management is een noodzakelijk instituut, het is niet optimaal maar het is momenteel het beste wat we hebben.