De onontkoombaarheid van de triple bottom line

De leiders van organisaties zijn daar waar het duurzaamheid betreft, door schade en schande wijs geworden en realiseren zich dat zij voorzichtig met onze omgeving om moeten gaan. Ze staat zogezegd in de ‘spotlight’ van de media. Belangenorganisaties van verontruste wereldburgers houden de multinationals goed in de gaten. Daarnaast bestaat er in het overgrote deel van de wereld, al dan niet gehandhaafde, strenge wetgeving voor de omgeving. Veel leiders handelen meer vanuit een houding dat het onontkoombaar (imagoschade) is of omdat het moet (wetten). Men doet milieubewust maar is het niet. Dit is een verouderd paradigma.

De leiders die echt Agile willen zien de onderlinge verbanden tussen deze drie en realiseren zich dat de omgeving voorop moet staan en niet imago of juridische overwegingen. De huidige stand van de aarde staat niet toe dat er een afweging gemaakt wordt voor economisch voordeel met vervuiling als gevolg. Als het niet mogelijk is om grote schade aan het milieu te voorkomen, dan moet je je als bedrijf afvragen of het niet beter is om een ander product te produceren, een dat geen schade aan de planeet toebrengt.

Dat vraagt om een ander soort wendbaarheid.

Een dergelijke keuze voor duurzaamheid is niet eenvoudig en zeker niet eenmalig. In de eerste hoofdstukken van ‘Cannibals with forks’ voert Elkington het bedrijf Monsanto (onlangs opgegaan in Bayer) op als positief voorbeeld van een organisatie die haar rol in de samenleving aan het herdefiniëren is. Een stelling die nu twintig jaar later bij sommigen misschien vreemd in de oren klinkt. Zonder een oordeel te vellen over de duurzaamheid van Monsanto vind ik het wel een goed voorbeeld van een keuze die ooit gemaakt is, op termijn een onverwachte wending kan maken.

Geen enkele CEO zal zijn schouders nog kunnen ophalen over de gevolgen voor de planeet van de bedrijfsvoering. Maar wat te zeggen over die andere laag van de ‘triple bottom line’ die alles te maken heeft met sociale gerechtigheid. Dat is in ieder geval nog lang niet doorgedrongen. Hoewel de winstgevendheid van bedrijven gegroeid is, bestaat er bij de ‘gewone mens’ het gevoel dat z/hij daar niet van profiteert. De verregaande globalisering heeft veel goeds gebracht maar zijn er ook verliezers. Een agile leider aan de top van een organisatie moet rekening houden met de hele keten. Van grondstof tot aan de klant en allen daartussen die daar een goede boterham aan zouden moeten verdienen.

Naast de milieubeweging van de vorige eeuw, die is uitgegroeid tot een actor van betekenis, zien we nu ook een roep naar sociale gerechtigheid. Of die sterk genoeg zal zijn is nog maar de vraag. In eigen land zijn er mensen die buiten de boot vallen en niet meer aan het werk komen, zij willen meedoen. Ook de immens grote volksverhuizingen die momenteel plaatsvinden, van platteland naar de steden, van arme naar rijke landen, zijn allemaal ontwikkelingen die niet meer zijn tegen te houden. Het is een wereld die roept om sociale gerechtigheid! Daar waar overheden tekort schieten, zou het bedrijfsleven een leidende rol kunnen spelen.

Dat, zo vind ik, zou een rol voor agile leiders kunnen zijn!

Golven van #Agility

In ‘Cannibals with forks’ beschrijft Elkington (1997) drie golven van toegenomen bewustzijn voor onze leefomgeving. Hij was toen zeer optimistisch. Het is nu, in 2018, meer dan twintig jaar later en er zijn al meerdere van die golven geweest. Een eigenschap van golven is dat zij op en neer gaan. Ze zijn net zo wendbaar als wij dat zouden moeten zijn. Op het hoogtepunt van elke golf zijn er massa’s mensen die denken dat dit altijd zo door zal gaan. Er zijn dan grote verwachtingen en goeroes spreken grote woorden over het verschuiven van paradigma’s.

Wij hebben waar het onze planeet betreft net zo’n hoogtepunt achter de rug toen het akkoord van Parijs gesloten werd. Eindelijk leek het erop dat de politieke leiders tot actie overgingen. Hosanna in de groene wereld en toen werd Donald Trump gekozen als President van de Verenigde Staten, die zag het helemaal niet zitten. Of dit een neergaande beweging in zal zetten durf ik niet te voorspellen, wat ik wel weet is dat die er zonder twijfel weer zal komen. Is het niet nu dan later. Ontwikkelingen gaan in cycli die wanneer je ze uitrekt in de tijd golven zijn.

Een van de grootste misvattingen die je kunt hebben is dat de geschiedenis een doel heeft en dat deze altijd omhoog zal gaan. Er zijn duizenden golfbewegingen, sommigen synchroon, anderen tegenovergesteld. De richting bepaalt de mogelijkheden die je hebt. Bij een opgaande golf heb je de wind in de rug, bij een neergaande juist tegen. Daarom gaat het er niet om of je weet wat er in de toekomst gebeuren zal, maar is het slimmer dat je begrijpt wat het heden heeft gebracht. Wie het hier en het nu snapt, die kan wenden wanneer dat nodig is.

Ook nu zijn er profeten die vertellen dat Agile de wereld zal veroveren, maar tegelijkertijd hoor je ook tegenberichten. Mensen die niet mee willen, die ‘agile’ als een van de irritantste woorden van het jaar verkiezen. Het is dus helemaal niet zo zeker of de agile revolutie door zal zetten. Wat betekent agile leiderschap in het licht van de triple bottom line?

Dat jouw organisatie waarde levert die duurzaam is. Dus naast de keuzes ten bate van de economische voorspoed van jouw klanten en jouw eigen organisatie, ook kiezen voor de toekomst van waarde van zowel de omgeving (planet) als de samenleving (people). De triple bottom line voegt een ethische en lange termijn dimensie toe aan agility. Deze brengt een balans in de korte termijn cycli die zo snel een valkuil van de Agile mindset kunnen worden. Naast het niet doen van concessies aan de kwaliteit doen we dat dus ook nooit aan de mens en de planeet.

Of dat mogelijk is, dat weet ik niet, maar het zou wel onze intentie moeten zijn.

Duurzaam kapitalisme en de agile leider

De principes van Agile werken en het kapitalisme liggen dichter bij elkaar dan je zou denken. Het is een verband dat niet vaak gelegd wordt, maar kapitalisme gaat, net als bij Agile, uit van een grote mate van zelfsturing en het evolatieve doel van de ‘teal’ organisatie lijkt wat mij betreft sterk op de onzichtbare hand van de markt. De vraag is nu, of dit duurzaam is. Elkington schrijft in het tweede hoofdstuk van ‘Cannibals with forks’ dat duurzaamheid betekent dat onze acties toekomstige generaties niet beperken in hun economische, sociale en ecologische mogelijkheden. Naast de financiële waarde die we moeten toevoegen, moeten we dat ook doen voor de mensheid en de aarde zelf. Dat komt zowel bij het kapitalisme als bij Agile werken naar mijn mening nog onvoldoende tot uiting. Beiden herbergen de valkuil tot kort cyclisch denken in zich.

Hier openbaart zich een paradox. Een complexe wereld heeft zelfsturing nodig, dat is de kracht van zowel het kapitalisme als de zelfsturende of organiserende teams bij Agile werken. De socialistische experimenten zijn allen, op China na, zo goed als mislukt. Een van de fenomenen die we in een op het kapitalisme geïnspireerde samenleving zien, is dat van creatieve destructie, waardoor soms totale bedrijfstakken verdampen. Zo heeft Agile bijvoorbeeld vele projectmanagers overbodig gemaakt. Maar wat dacht je van slimme vertaalprogramma’s die menig vertaler van werk beroven. Om nog maar niet te spreken van de robotisering. Hoe vervelend het ook is als het je treft, het is nodig om vooruitgang te boeken en te blijven genieten van de welvaart die we hebben weten te realiseren. Teleurstellend echter is, dat velen die over digitale disruptie spreken alleen naar het economische aspect kijken.

Enige tijd geleden faciliteerde ik een workshop over agile leiderschap. Iemand vroeg of zij een kritische vraag mocht stellen. De vraag was dat ze veel agile coaches hoorde spreken over medewerkers die incompetent waren, niet T-shaped genoeg en ook al geen agile mindset hadden. Net als haar stoort mij dit ook. Waar is de sociale dimensie? Mensen zijn geen ‘resource’ zoals geld dat is. Waarom gaat een zogenaamde agile transitie binnen sommige organisaties gepaard met zoveel ‘slachtoffers’? Dat zou niet zo moeten zijn, Agile werken is waardevol voor iedereen en iedereen is in principe waardevol voor een Agile team. Het is de taak van Agile leiders om iedereen aan boord te krijgen en te houden, om de aanwezige talenten ten volle te benutten. Dit is iets dat te belangrijk is om aan zelfsturing alleen over te laten. Gelukkig is er veel literatuur over hoe mensen gelukkig kunnen worden in hun werk en wat jij daar als manager mee kunt doen. De gedachten van Jurgen Apello zijn hoopgevend, maar nog onvoldoende beleefd.

De vraag is, of zelfsturing genoeg is om waarde toe te voegen aan onze leefomgeving in plaats van haar uit te putten. Veel pogingen om door zelfregulatie het milieu te redden lopen op niets uit, dat geeft te denken. Als wij het niet uit onszelf doen, dan doen de bureaucraten het. Ik ben het eens met Elkington wanneer hij zegt dat politici precies dat doen waarmee ze nog weg kunnen komen, daar verwacht ik het dan allang niet meer van. Erger nog wanneer zij eenmaal daadkracht tonen is dat vaak voor de bühne. Hier ligt wat mij betreft een belangrijke taak bij Agile leiders die het voortouw moeten nemen in het realiseren van een positieve uitkomst voor alle drie (economisch, sociaal en leefomgeving) onder aan de lijn.