Flexibel, proactief en transparant handelen in bouwteams

Elk lid van een bouwteam laat in houding en gedrag zien dat hij flexibel, proactief en transparant handelt. We lezen dit in de nieuwe modelovereenkomst (DG 2020) voor bouwteams van het platform Duurzaam Gebouwd. Dit is de droom van elke projectmanager. In deze blog wil ik nadenken over wat dit dan tijdens de bouwteamfase betekent. Want zeggen dat je flexibel, proactief en transparant moet handelen klinkt mooi, maar hoe doe je dat dan? Ik zal ook wat dieper in gaan op de houding die je jezelf moet aanmeten om überhaupt flexibel, proactief en transparant te zijn.

Je kunt alleen dan flexibel zijn, wanneer je jezelf iets minder serieus neemt. Twijfel eens aan je eigen standpunten en realiseer je dat wanneer je in een team met vijf mensen zit, vier anderen het bij elkaar beter weten dan jij in je eentje. Neem jezelf voor dat de meningen van de andere teamleden jouw mening kunnen verrijken. Dit is een keuze!

Proactief handelen betekent dat je de bereidheid hebt om tot actie over te gaan wanneer dingen niet zo lopen als je bij aanvang van de fase verwachtte. Het gaat hier om de spanning die je ervaart tussen hoe het ontwerp zich ontwikkelt en de belangen van jezelf of van een van de andere leden in het team. Bereidheid is dus net als flexibiliteit een keuze! Doordat je enige spanning ervaart, heb je de neiging om deze te onderdrukken, je wilt verder en denkt dat we er straks in de realisatiefase wel uitkomen. Maar dat is nu net niet de bedoeling. Mijn stelling is daarom: Beter nu een klein probleem, dan straks een groot!

Proactief en transparant zijn twee handen op een buik. De een heeft geen zin zonder de ander. Leg de spanning daarom snel op tafel, leg helder uit wat jouw bezwaren zijn, luister naar die van de andere leden en zoek een oplossing. Denk eraan dat wanneer anderen het niet met je eens zijn dit vaak komt omdat ze denken dat hun eigen belangen in het geding zijn. Daar moet je over praten. Hoe transparanter de partijen zijn, hoe meer informatie er op tafel ligt waardoor de kans op een oplossing vele malen groter wordt.

Dat er meer informatie en daarmee mogelijke oplossingsrichtingen op tafel komen te liggen, betekent dat jezelf open moet stellen – en dat is ook weer een keuze – voor andere oplossingen. Het gaat er niet om dat jouw ego-behoeften vervuld worden, het gaat erom dat het team met een goed ontwerp voor de realisatie van het projectkomt. Succes is daarom ook iets wat je met elkaar deelt.

Houding en gedrag in bouwteams

De nieuwe modelovereenkomst (DG 2020) voor bouwteams van het platform Duurzaam Gebouwd kan zomaar een invloedrijke innovatie zijn in de wijze waarop wij projecten ontwerpen en uitvoeren. Dat heeft verschillende redenen waarvan naar mijn mening de paragraaf over ‘houding en gedrag’ mogelijk een van de belangrijkste is. Het komt niet vaak voor dat partijen er aan denken om ‘zachte’ aspecten mee te nemen in een ‘harde’ juridische overeenkomst. De DG 2020 doet dit wel. In deze blog laat ik mijn gedachten gaan over de zinsnede in 5.3 die luidt: ‘Elke Deelnemer, en namens hem de persoon die deelneemt in het Bouwteam, laat in houding en gedrag zien:’ , en dan volgt er een opsomming van een aantal gedragingen. Ik zal daar in volgende blogs verder op ingaan. Nu gaat het mij met name om de beide begrippen ‘houding’ en ‘gedrag’.

Gedrag is eenvoudiger te waarnemen dan houding. We zien wanneer deelnemers van een team vijandig op elkaar reageren, terwijl we niet direct weten of iemand een vijandige houding heeft. Wanneer we roddelen over andere teamleden dan moet er minstens één ander teamlid zijn die dat in de gaten heeft, roddelen is immers een activiteit waar je minstens twee mensen voor nodig hebt. Kortom, gedrag is iets waar je iemand op kunt aanspreken. Bij houding is dat veel minder het geval. Houding is iets wat in ons binnenste afspeelt. Ik kan niet weten wat jouw houding is, laat staan dat ik je er op zou kunnen aanspreken. Betekent dit nu dat de zinsnede in 5.3 van het model ingekort zou kunnen zijn dat ‘elke Deelnemer in gedrag laat zien:’? Dat denk ik niet, houding is wel degelijk iets waar we het over moeten hebben.

Iemands houding is het resultaat van enerzijds de persoonlijkheidsstructuur en anderzijds de ervaringen die men in het leven heeft opgedaan. Vergeet niet dat ervaring de persoonlijkheid beïnvloedt en dat het omgekeerde ook het geval is. Onlangs hoorde (eigenlijk las) ik iemand zeggen dat je niet aan een bouwteam moest beginnen als je daarvoor niet volwassen genoeg bent. Tja, zo ken ik er nog wel een paar, dat lijkt me niet de juiste manier om bouwteams succesvol te maken. De enige manier om volwassen te worden is om er aan te beginnen. Terug naar het elkaar aanspreken op houding en gedrag. Omdat het meest observeerbare van deze gedrag is, is dat het eerste aangrijpingspunt.

Iemand doet iets wat naar jouw gevoel de samenwerking niet ten goede komt. Maar wat is dat dan? Is dat niet dat iemand iets doet wat bij jou een zekere spanning oproept, waardoor jij niet jouw verantwoordelijkheid ten volle kan nemen? Of, misschien denk je dat dit spanning voor een ander teamlid oplevert. Om ervoor te zorgen dat jouw manier van aanspreken de samenwerking niet verder ondermijnt moet je het oordeel over de houding van de ander uitstellen. Niemand in het team is helderziend, je kunt de houding van de ander niet weten. Daarnaast is het aanspreken van iemand op een vermeende houding zeer veroordelend. Spreek daarom het gedrag aan en benoem de spanning.

Bijvoorbeeld: “Ik heb nu al een aantal keren aangeven dat ik me zorgen maak over de veiligheid van dit ontwerp. Tijdens de meetings staat dit altijd als laatste op de agenda waardoor ik onvoldoende tijd heb om mijn argumenten uit te leggen. Ik ben daardoor niet in staat om een goed veiligheidsplan voor de uitvoering te ontwikkelen.” Daarna vertel je wat je wilt en hoe het team dit kan oplossen. Als de andere leden daar niet in meegaan, dan stel je de vraag: “Maar wat is je bezwaar.” Luister dan oplettend, vat het bezwaar samen en vraag wat je kunt doen om het weg te nemen. Zorg dan dat je die bezwaren meeneemt in jouw voorstel. We noemen dit ‘in consent besluiten nemen’, dit te samen met het benoemen van de spanning zijn handige hulpmiddelen om met houding en gedrag in een bouwteam bezig te zijn.

Is de politiek nog te vertrouwen?

Ik denk dat de meeste van ons met verbazing hebben gekeken naar de lange periode die nodig was om tot een coalitieakkoord te komen. Gezien de grote woorden na de verkiezingen, moties van wantrouwen en afkeuring is het niet verbazingwekkend dat dit tijd kost. Ik constateer ook dat vier politieke leiders die over hun schaduw zijn gestapt. Gisteravond bij OP1 legden zij uit hoe zij tot elkaar gekomen waren. De interviewer, geroemd als hij mag zijn, lukte het niet om met wat flauwe trucjes hen uit hun balans te halen.

Hoe bedoel je trieste trucjes? Een meloen onder de tafel vandaan halen en vragen wie de grootste heeft doorgeslikt. Als slotvraag ‘Blijft Hugo de Jonge aan?’. Heel veel op de persoon spelen in plaats van op de inhoud doorvragen. Het antwoord op de vraag is de politiek te vertrouwen heb ik impliciet in de vorige zin gegeven. Dat is het niet zolang men op de persoon blijft spelen.

Hoe komt het dat we de politiek niet meer vertrouwen? Dat naar mijn mening in de wijze waarop al jaren oppositie wordt gevoerd. De man die nog nooit met één oplossing gekomen is en tot zijn politieke dan wel fysieke dood in de oppositie blijven zal, verkondigt wederom dat het allemaal aan Rutte ligt. Men speelt voornamelijk de persoon. Het gaat maar door.

Het is de tweede kamer zelf die keer op keer ten overstaan van heel het volk zegt dat de politiek niet deugd. Een kibbelende kleuterklas van snel op de teentjes getrapte volksvertegenwoordigers. ‘Vindt u mij een racist?’ zegt de één, ‘ik eis nu het woord, want ik voel mij niet veilig’, ‘een bananenrepubliek’ , ‘het regime’ en ga maar zo door. Zeggen dat er op de zorg bezuinigd wordt terwijl dat niet zo is. Dat is wat er al jaren in de Tweede Kamer gebeurt.

Maar niet alleen daar, ook buiten het parlement is er een minderheid die het nodig vindt om doorlopend zand in de motor van de samenleving te gooien. Bijvoorbeeld door zinloze rechtszaken aan te spannen. Door tientallen suggesties op te werpen en dan op je borst te slaan als je het één keer (ventilatie) bij het juiste eind hebt. Door te zeggen dat het onmogelijk is om QR-codes te controleren en door alles met de Jodenvervolging te vergelijken. Door nepkerkgenootschappen te stichten om je niet aan de avondklok te houden en zo de vrijheid van godsdienst te misbruiken. Door Coronabesmet-feestjes te organiseren of een app te maken waarin je kunt zoeken naar een huisfeestje terwijl contact juist verminderd moeten worden.

In de tussentijd vermenigvuldigt en muteert het virus lekker door en staan we aan de vooravond van de alweer de derde pandemie in de afgelopen twee jaar. De media doen er lekker aan mee, door te wijzen op alles wat er fout gaat. Niet dat wij toch best wel een hoge vaccinatiegraad hebben, dat de maatregelen in vergelijking tot de ons omringende landen relatief wel meevallen. Nee hoor, het gaat over mondkapjes die gedumpt wordt en om de afwijzing van 100 IC bedden. Een dergelijke uitbreiding zou de gevreesde code-zwart bij een exponentiële curve hooguit een paar dagen uitstellen. Mooi voor de bühne, mooi voor de scoop, maar draagt het iets bij? Waar is het goede nieuws? Dat is er echt.

Nee wij vertrouwen de politiek al lang niet meer. Niet omdat deze niet te vertrouwen is, maar omdat we het ons zelf hebben aangepraat. We zijn onze eigen rampscenario’s gaan geloven. Oppositie en media, zowel de reguliere als de alternatieve, wij als we ondoordacht misinformatie delen zijn er verantwoordelijk voor dat er zich een gitzwart scenario aan het ontwikkelen is. Eén waar je niet blij van wordt, omdat wanneer een individualistisch volk zijn overheid niet meer vertrouwt elkeen de eigen weg inslaat. Op die manier strooien we steeds meer zand in de motor en zo komt uiteindelijk Nederland piepend en krakend tot stilstand.

Dat moeten we niet willen. Daarom kies ik ervoor om de nieuwe leiders van ons land, Rutte en al zijn ministers en staatssecretarissen voor de volle honderd procent te vertrouwen, wetende dat ons een onzekere toekomst te wachten staat, maar ook wetende dat vertrouwen in de leiders de enige weg uit deze crisis is.