Ik werd vanochtend wakker met een onbestemd gevoel. De eerste werkweek in deze nieuwe werkelijkheid loopt nu bijna ten einde. Morgen is het weekend, maar de hele week voelde al alsof het weekend was. De chocoladeletters van de kranten, de eindeloze stroom berichten, bij elk kuchje denken, “Heb ik het ook?”, de meldingen van mensen die er aan zijn overleden, mijn ernstig zieke o zo dappere nicht, een minister die overspannen weggedragen werd, “Is dit het einde?”, vraag ik me af of pas het begin. De tranen vullen mijn ogen bij het schrijven van dit laatste.
Net als elke andere ochtend maak ik, na het ontwaken, een kopje thee, een café-latte en eet ik waar ik verder nog zin in heb. Dat alles is routine, maar niet het onbestemde, nerveuze, treurige gevoel van de ziel die ik onder mijn armen draag. De werkelijkheid is op een manier veranderd die ik niet duiden kan. Ik maak me zorgen en toch ook weer niet. Het is bij lange na niet uitzichtloos; er is voedsel en drinken; er is tv en internet; en bovenal hebben wij elkaar. Ik zie een land waar honderdduizenden, waarschijnlijk miljoenen zich inzetten om er het beste van te maken. Een land, een volk om trots op te mogen zijn.
Natuurlijk zijn er mensen die hamsteren, maar wat is nu hamsteren? Als je een paar pakken houdbare melk koopt? Dat hamsteren is een teken van de mens die, hoe je het ook wendt of keert door wil gaan. Het is een primaire uiting van ons onbegrensde vermogen om vooruit te denken. We doen het allemaal: de burger, de overheid, het ziekenhuis, de zorginstelling want we willen door. Dat is wat ons bindt en dat is ook wat ons er doorheen gaat helpen. Ons instinct van ‘door willen gaan’.
En zo ga ook ik, met dat onbestemde nog niet te duiden gevoel van nervositeit, door op deze dag in deze nieuwe, o zo onwerkelijke, werkelijkheid. Ik douche, poets mijn tanden, kleed me aan en ga naar mijn kantoor. Veel van wat ik doe deed ik immers toch al vanuit mijn huis; zoveel is er dus niet veranderd. Achter mijn bureau, voor de whiteboards vol plannen en acties, bedenk ik vandaag hoe ik van waarde zou kunnen zijn voor hen die ik liefheb: mijn vrouw, kinderen, kleinkinderen, familie en vrienden. Maar ook hoe ik mijn bijdrage kan leveren aan een samenleving in verandering.
Die laatste keuze maakt deze dag, hoe onbestemd hij ook begon, een uiterst zinvolle!