Weer een les uit de tau te stjing, het 21ste plankje, en hij gaat over wendbaarheid, of agility zo je wilt. Wendbaarheid is een lastig begrip. Wanneer je er regels voor wilt vastleggen dan is dat eigenlijk een beetje tegenstrijdig, immers regels die kunnen als vervelende bijwerking hebben dat je niet meer out-of-the-box kunt denken. Met de regels verlies tegelijkertijd je wendbaarheid. Kortom welke weg moet je gaan? Ik ligt er een paar zinsneden uit:
De grote openlijke deugd is het volgen van de weg. Deze is zowel onzichtbaar als ontastbaar … en toch bevat hij vormen … en toch bestaat hij, subtiel en duister, heeft het een kern; deze kern, onvoorwaardelijk waar, bevat geloof.
Ik moest hem een paar keer doorlezen toen het tot me doordrong en betekenis kreeg. Waarom willen we wendbaarheid? Omdat de toekomst onzeker is en we daarmee willen leren omgaan. Het eerste wat we moeten doen is op weg gaan, niet te veel plannen, alleen de volgende stappen. Daarom ‘sprinten’ we om wendbaar te zijn, want een sprint van een paar weken is nog te overzien. We hebben een beeld van wat we kunnen verwachten, maar zeker weten doen we dat niet. De meeste toekomst (de weg die we opgaan) is niet te zien en niet te voelen. Blind als we zijn, we kunnen niet eens op de tast gaan. Echter we gaan wel. Hoe?
Door wat we geloven!
Dit is wat mensen door onzekere tijden helpt, door zijn hart te volgen. Ergens heb je die overtuiging, naarmate je jonger bent is dat sterker, naarmate je ouder wordt verdampen idealen vaak. Dat heet realisme maar het is jammer. Want misschien heb je die dromen niet meer nodig, de vaardigheid om te geloven in je eigen mogelijkheden is essentieel om succes te hebben. Wie gelooft, het geeft niet wat, die is wendbaar. Verlies die vaardigheid niet en oefen hem doorlopend. Wie twijfelt, doet risicoanalyses totdat hij een ons weegt, soms is daar een plaats voor. Echter niet wanneer je wendbaar wilt zijn, dan werp je jezelf in de stroom die toekomst heet. Dan vertrouw je, geloof je dat elke stap je dichter bij een doel zal brengen. Let op, ik schrijf een doel niet het doel 😉
Hoe weet ik, dat dit zo is? Dat weet ik, doordat ik die weg bewandeld heb!