Ik ben een sceptische optimist, wat zoveel wil zeggen als dat ik elke duiding van de toekomst wantrouw. De optimisten vind ik te naïef en de pessimisten te opruiend. Ten aanzien van politici en sommige bestuurders is dit pessimisme zelfs wantrouwen geworden. Over mijn eigen toekomst ben ik over het algemeen optimistisch gestemd. Dat komt wel goed. Vandaar de sceptische optimist. Zoals gezegd, ik houd er niet van om de toekomst te duiden, liever probeer ik het heden te begrijpen, dat is al ingewikkeld genoeg. Ik heb de laatste tijd regelmatig nagedacht over de stand van de Westerse wereld in het algemeen en Nederland in het bijzonder. Het feit dat velen hun vertrouwen in politiek, bestuur en management hebben verloren, is een teken aan de wand. Hoe kan het toch dat veel politici wegkomen met flagrante leugens? Een enkeling weet hiermee zelfs president te worden. Hoe kan dat toch, wat is er misgegaan in de Westerse wereld, een plaats waar het goed toeven is wanneer je dit vergelijkt met heel veel andere plaatsen op de wereld. Op die vragen geef ik mijn antwoord.
Het makkelijke, niet het mijne, antwoord en je hebt het vast wel gehoord, is dat we niet hebben geluisterd naar de boze blanke man. Nu ben ik blank, man en soms wel boos, maar niet alle drie te gelijk. Wie is de WE waar men het over heeft? Over het algemeen is de we die dit zegt, iemand die hoort tot de elite of de intellectuelen, waarbij die twee nog wel eens op een grote hoop worden gegooid. Dat is gevaarlijk, want als er een patroon steeds weer terugkeert in elke revolutie, dan is het wel het verwijderen van de intellectuelen. Dat is dom, want de problemen van de wereld kunnen we alleen oplossen wanneer intellectuelen uit hun studeerkamers komen en een oplossing bedenken. De elite dan, zij die de macht hebben, die moeten zo’n idee gestalte geven en omzetten in bestuur. Zonder elite komt er dus ook niet veel tot stand, de scepticus in mij wantrouwt een ieder die een simpele oplossing heeft. Er is iets misgegaan bij zowel de elite als bij de intellectuelen. Laat ik beginnen bij die eerste groep, want daar ligt de wortel van wat er misgegaan is in de Westerse wereld, althans zo kijk ik er tegen aan.
Onze superieure cultuur, niet mijn term maar van een prominente liberaal, dankt haar superioriteit aan de verlichting en daarna denk ik aan het post-modernisme. Ik zou zover willen gaan om mijzelf te zien als een sceptisch optimistische post-modernist, kortom een hele mond vol, zonder dat dit ook maar iets betekent. Maar goed, laten we verder gaan met mijn argument. Het postmodernisme dat vindt dat waarheid niet gevonden maar wordt uitgevonden, heeft ons van de Waarheid berooft, van het Pad en van de Weg. Wanneer de waarheid niet meer bestaat, dan zijn wij de weg kwijt omdat er geen weg meer is. Kan je mij nog volgen? Wat denk je dat een dergelijke redenering voor de doorsnee mens betekent? Die mens die niet de tijd neemt om zich in dit soort gedachtenkronkels te oefenen, die zijn verstand niet pijnigt met vragen of er zoiets is als een ras. Het restproduct van het postmodernisme is dat iedereen zijn eigen waarheid maakt. De nieuwe president van de VS is daar een prachtig voorbeeld van. Wat een meester in het scheppen van zijn eigen waarheid en het werkte ook nog.
PROBLEEM 1: De intellectuelen hebben ons van de Waarheid berooft. Dat is niet nieuw want in 1928 schreef Julien Benda hier al over. Wat we nu aan het zoeken zijn is een nieuwe waarheid, dat is wat er mis gegaan is in de Westerse wereld.
We moeten het ook nog over de elite hebben. Hen die ons besturen en doen alsof wij onder hen zijn geplaatst. Bestuurders en managers worden wantrouwt. Iets wat overigens helemaal niet zo vreemd is als je de ene na de andere reorganisatie moet overleven. In hun drang naar beheersing bestoken zij ons met minitieuze rapportages, waar wij – als ondergeschikten – geen baat bij hebben en de diezelfde hoeveelheid aan rapportages maakt het zeer onwaarschijnlijk dat de heersers deze werkelijk lezen. Daar ontbreekt alle tijd voor, zij rennen van de ene naar de andere vergadering. De elite, zij met macht, houdt haar onderdanen klein. Nu is het goed vertoeven onder een verlicht despoot, maar wat wanneer de leider niet verlicht is. Berg je dan maar, want met bijna facistische ijver dwingt hij jou te doen wat je nooit uit vrije wil zou doen. Die drang naar beheersing berooft de doodgewone man van zijn vrijheid, maar ook van de (het klinkt bijna paradoxaal) beheersing die hij meent te hebben.
PROBLEEM2: De elite heeft de werkende mens berooft van het plezier in zijn werk, maar ook van het vertrouwen dat het goed zal komen.
Als dat niet was gebeurd, dan hadden we nu niet in de Westerse wereld met deze schaal gebakken peren gezeten.