Ik voelde dat er iets gebroken was

Gebroken raam
We zitten nu twee weken in de Corona crisis. Hoe wel het went het voelt heel anders, alsof er iets gebroken is.

Vanochtend werd ik wakker en voelde dat er iets gebroken was. Ik weet niet precies wat dan, maar stuk dat is het zeker. Ik voel me moe en kwiek; hoopvol zonder hoop; moedeloos vol moed; blij verdrietig; onschuldig veroordeeld; plus en min; wit en zwart; alleen met velen; verzorgd verlaten; yin en yang; gelovig non-theïst; links en rechts; opgewekt depressief; druk werkeloos; ziende blind; gepensioneerde jongeling; volwassen kind. Terwijl we pas aan het begin van een kronkelig pad staan, voel ik me iemand die niet weet wat hij voelen moet.

Niets van wat ik meemaakte, van wat ik zag en ooit gelezen heb, heeft mij voorbereid op dit. Altijd dacht ik, dat gaat aan mij voorbij, dat hoort bij andere landen. Ik ben onkwetsbaar en lach ze allemaal uit. Elke crisis is een kans zolang je weet waar die verborgen ligt. Dat dacht ik, maar nu lijkt alles zoek en is de routeplanner uitgevallen. Van alles wat ik denk, is er geen een gedachte die het antwoord heeft. De kaarten zijn verouderd, mijn intuïtie ontoereikend. Is dit het einde of slechts een begin?

Als dan de zon op komt, de vogels fluiten en de slaap oplost, realiseer ik me, dat ik zoeven de Onzekerheid ontmoette. De god die deze tijd zal domineren, die vijfenzeventig jaar geleden door Hoop en Onoverwinnelijkheid gevangen was gezet. Maar die nu, zoals het lijkt, haar ketens heeft verbroken. Ontzagwekkend is haar aanblik, een diepe bodemloze punt, een allesverslindende orkaan, onovertroffen in haar vermogen om de sterkste hoop te doen verdwijnen.

Daar sta ik op een tweesprong, ben ik een toeschouwer of speler? Zal ik bezwijken of blijven staan? Toen herinnerde ik me, dat leven zowel lijden als illusie is; dat wat je denkt is wat je ziet en dat je vogels niet verhinderen kunt over je heen te vliegen, maar wel dat er één een nest op je hoofd probeert te bouwen. Ik heb dat wat de dieren niet hebben, ik heb een keus! Dat wat ik gebroken dacht, is ‘vroeger’ en ‘vroeger’ is voorbij. Dat wat moet komen, is altijd al de onzekerheid geweest. Het is me duidelijk, heel duidelijk ineens, er is helemaal niets veranderd, het is gewoon een nieuwe dag.