Hoop en angst, twee handen op één buik

Hoop en angst komen altijd samen, ze zijn twee handen op één buik!

Het is alsof: alles trager gaat, de wereld om me heen, het gerommel in mijn lijf; het bloed dat als dikke stroop door mijn aderen stroomt; mijn zenuwen die bewust vertragen waardoor ik alles in ‘slow-motion’ zie; alsof mijn hele wereld, mijn hele leven, langzaamaan tot stilstand aan het komen is. Alles wat ik ooit meemaakte, wat ik leerde, mijn hele levenservaring heeft mij niet voorbereid op wat er nu gebeurt. Het lijkt een heel klein beetje op toen we, zo’n 42 jaar geleden, onze eerste echte crisis doormaakten. We zaten op een bankje in het Beatrix-park, de zon scheen terwijl het vroor. We waren onze woonruimte kwijt en ons eerste kind zat nog in de buik van haar lieve moeder. Gisteren herinnerden wij het ons weer.

Zonnig en koud tegelijkertijd, hoop en angst als twee handen op één buik. Nu hebben wij datzelfde gevoel; we zijn ouder; we zijn wijzer; wij hebben ervaring. Maar met alles wat ik weet, ik heb geen flauw idee wat ik nu moet doen. Niets heeft mij kunnen voorbereiden op deze crisis. De eerste weken was ik nuchter, maakte de hamsteraars belachelijk en dacht: “Het waait wel over.” Maar dat deed het niet, het werd erger. Dit was geen overbodige, door de overheid gezaaide, paniek, dit was echt. Overal in de hele wereld. Langzaam dringt het door, dit is misschien wel de eerste echte historische gebeurtenis van de 21ste eeuw die we meemaken. Een die ‘nine-eleven’ tot een kiezel maakt die je in de vijver gooit.

Ik weet dat op ditzelfde moment mijn brein bezig is om nieuwe verbindingen aan te leggen. Ik ben aan het leren en dat is altijd ongemakkelijk. Ik heb mijn kamp opgeslagen in de bergen waar ik verdwaald ben. Geen kaart en geen kompas, het sneeuwt en er is weinig zicht. Er is eten voor de komende dagen, als we spaarzaam zijn voldoende voor enkele weken. De slaapzakken zijn dik genoeg om warm te blijven. Op dit moment is de enige dreiging de angst dat het niet genoeg zal zijn; de angst voor als het erger wordt. Maar gelukkig is de hoop nog steeds iets groter.

Als een kind dat voor het eerst leert lopen, lezen, fietsen, rekenen, ben ik iets nieuws aan het leren. Omdat ik alles wat ik ooit geleerd heb eens niet kon, is er de hoop dat ik ook deze situatie zal doorkomen. Het komt goed! Als alles onduidelijk is en je ineens beseft dat niets ooit zeker is geweest, dan blijkt hoop de mooiste eigenschap te zijn die het leven ooit heeft voortgebracht.