Hoe het dikke ik wat dunner wordt

Het lijkt erop dat we binnenkort weer verkiezingen hebben. De politieke partijen proberen in het nieuws te komen en schrijven hun verhalen. Er is een interessante tweedeling in hun programma’tain’tdie mij aan het denken heeft gezet. Er is natuurlijk de angst en het elkaar aanpraten hoe slecht het wel niet in Nederland is. Wat al die duizenden vluchtelingen ons wel niet gaan afnemen. Het einde van onze welvaartsstaat. De pensioenpotten die ‘leeg’ zijn, de zorg die te schraal is en mensen die klaar zijn met het leven en vinden dat de geneesheer hun maar een spuit moet geven. Ik moet zeggen dat het zover is gekomen, staat mij tegen. Aan de andere kant zijn er een aantal programma’tain’tvan partijen die zeggen dat er meer wij moet komen. Dat laatste spreekt me aan, want samen moeten we eruitkomen. Zonder wij is er geen oplossing.

Wat betekent dit nu voor mijn eigen dikke ik. Want laat ik eerlijk zijn, ik vind mijzelf de belangrijkste van alle mensen op de wereld. Uitgezonderd misschien mijn vrouw, kinderen en kleinkinderen. Maar voor de rest vind ik toch dat de wereld om mij zou moeten draaien. Dat doet het niet, maar zoals de meeste van ons, heel diep in ons hart is er een dik ikje die dat zo vindt.

Hoe gaan we de egobesitas te lijf, hoe valt het ik af? 

Een van mijn favoriete filosofen is Richard Rorty die in contingentie, ironie en solidariteit een prachtig verhaal schrijft over hoe de postmoderne mens het goede leven zou kunnen leiden. Een stukje uitleg is op zijn plaats. Het eerste begrip contingentie betekent zoveel als dat over de waarheid steeds weer opnieuw moet worden onderhandeld. Hij wordt niet gevonden, maar uitgevonden. In de politiek is dat verworden tot feitenvrije politiek. De politicus zegt iets zonder dat daar feiten voor zijn. Dit is het zwaard van zowel de populist als de populaire krant. We roepen hard en net zolang totdat iedereen het er over eens is dat het wel zo zou moeten zijn. Dat heeft Rorty nooit zo bedoeld, maar dat is wel het gevolg van vele jaren postmodernisme. Waarom is het zo? Omdat het op internet staat, of iemand deelde het op facebook. Een hele mooie is ‘dit is mijn mening’ en daarom is het zo. Hadden we vroeger alleen meneer pastoor en de domine, nu hebben we miljoenen mensen die de waarheid in pacht menen te hebben.

Daartegenover stond de moderne mens, het product van de zoveel geroemde verlichting. Die mens, die voor de postmoderne kwam, hanteert de wetenschappelijke methode. Elke vermoeden, elke mening onderwierp hij aan experimenten om te toetsen of zijn mening op feiten was gestoeld. Iets wat uiteindelijk uitmondde in het besef dat kennis nooit absoluut kan zijn en daarom steeds weer opnieuw heruitgevonden wordt. Kennis evolueert, maar zou wel op feiten moeten bouwen. Dit maakte ons kritische denkers, eerst de intellectuelen en later iedereen. We leren op school om kritisch denken, wat overigens iets anders is dan ergens standaard tegen zijn. Die iedereen is nu ten prooi gevallen aan de slimme populist. Die roept, dwars tegen alle feiten in. Het is postmodernisme in zijn gevaarlijkste vorm. Iets is zo, omdat ik het vind, basta!

Rorty noemt nog twee andere eigenschappen voor de postmoderne mens: ironie en solidariteit. De eerste heeft met ik te maken de tweede met hoe ik me tot wij moet verhouden.

Met ironie bedoelt hij zoveel als hoe sta je tegenover jezelf. Hoe dik is je ik? Hoe belangrijk vind jij jezelf. Heb je het verhaal van wie je bent al af? Of lach je om je clowneske pogingen om iemand te zijn. Om je gedachten open en bloot op twitter te posten. Weet je al wie je bent en waarvoor je staat, of verandert dat net als met de waarheid mee? Ironie, glimlacht naar onszelf zoals de ouder glimlacht om zijn kind dat volwassen probeert te zijn. Dat is essentieel om een leefbare wereld te scheppen waarin enkel postmoderne mensen wonen.

De eigenschap solidariteit spreekt voor zich. De wereld zal alleen maar leefbaar zijn wanneer we solidair zijn. Dit betekent dat:

  • De babyboomer de gelegenheid moet krijgen om het extra pensioen alsnog bij te verdienen.
  • We de jongere professionals uitzicht moeten geven op vaste contracten.
  • De vluchteling uit Gana, Nigeria, SyriĆ« hier een plek kan vinden.
  • Zwarte Piet een kleurtje op moet doen omdat het sommigen van ons kwetst.
  • We een extra uurtje door moeten werken om toch de sprint backlog af te ronden.
  • Dikke ik wat dunner moet worden.

Alleen dan is er een toekomst om naar uit te kijken.