Hoe aarzelen je volmaakter maakt

Weer een blog waarin ik de tau te tsjing als inspiratiebron gebruik, het vijftiende plankje dit keer. Deze gaat over persoonlijke en professionele ontwikkeling. De oosterse filosofie is voor ons westerse mensen moeilijk te doorgronden. In tegenstelling tot ons ongeduld dat ons tot actie dwingt, is daar meer een wachten voordat je een besluit neemt. Wij verwarren resultaatgerichtheid met ‘van de ene naar de andere actie springen’, het liefst ‘met grote passen thuis’. De oosterse filosofie kent meer rust en wendbaarheid dan de onze. Misschien is het daarom wel dat zoveel mensen tegenwoordig een schilderij of een beeldje van Buddha in hun huis of tuin hebben. Diep in hun hart verlangen ze naar de rust die in onze organisaties ontbreekt.

In oude tijden was de volmaakte mens subtiel en zo diep dat hij nauwelijks begrepen kon worden.

De volmaakte mens is voorzichtig, aarzelt, bescheiden, meegaand, simpel, etc zegt Lao Tze. Denk je eens in als al onze leiders zo zouden zijn? Dan zouden we niet in de huidige leiderschapscrises terecht zijn gekomen. Dan zou het vertrouwen in de politiek niet op zo’tweredieptepunt zijn. De paradox is: dat waar je krampachtig naar streeft je nooit zult bereiken. 

Hij die hard werkt om een goede leider te worden, al zijn zinnen daarop zet, die de volmaaktheid (best-practice) als zijn hoogste doel stelt, die zal vroeg of laat de teleurstelling van de onvolmaakte werkelijkheid tegenkomen en de handdoek in de ring gooien. Drie vragen volgen:

  1. Wie kan het duister zo zuiveren dat het langzaam licht wordt?
  2. Wie kan het troebele tot bedaren brengen, tot het langzaam helder wordt?
  3. Wie kan het stilstaande in beweging brengen, tot het langzaam vooruitgaat?

Vragen waarop maar een antwoord mogelijk is: niemand! Deze vragen onthullen een belangrijk beginsel: soms moet je de dingen laten zoals ze zijn. Je moet niet streven naar het beste of het volmaakte. Soms is goed, goed genoeg. Hoe agile kan je zijn, kleine stapjes in plaats van hele grote die uiteindelijk alleen maar tegenvallen. De laatste twee zinnen maken de les compleet:

Wie deze beginselen volgt, verlangt niet naar volheid. Daarom kan hij zich vernieuwen, wanneer hij in verval geraakt.

Hier pakken we de essentie! Wanneer we het hebben over professionele ontwikkeling dan moet je je realiseren dat je eens in de zoveel tijd jezelf opnieuw uit moet vinden. Voor iedereen komt er professioneel een moment waarop je overbodig bent. Veel mensen die ik ken hebben ooit gekozen voor een carriere in projectmanagement. De meeste zullen zeer bedrogen uitkomen omdat organisaties lean gaan werken, de technologie veel medewerkers (en dus ook hun managers) overbodig zal maken en door het agile werken het overgrote deel van de huidige projectmanagers niet meer nodig zijn.

Hoe de toekomst loopt dat is duister en troebel en de invloed die wij als individu daarop hebben is nihil. Daarom aarzelen op de manier zoals ik hier beschreven heb! Want daardoor kun je jezelf op tijd vernieuwen wanneer je niet meer nodig bent. Eigenlijk best wel een positief perspectief.