Het eindejaarsgesprek – ofwel hoe we talent vermoorden

Weer een blog waarin ik me laat inspireren door de tau te tsjing, dit keer het 10de plankje.

Kun je je ziel altijd tegen afdwalen behoeden?

Dit is natuurlijk een retorische vraag waarop het antwoord enkel nee kan zijn. Toch lijkt het er wel eens op dat onze managers het tegendeel van ons verwachten. Elk jaar vindt er in onze organisaties een vreemd ritueel plaats. De eindejaarsgesprekken! Beide spelers zowel de manager als zijn “onderworpen” medewerker zien er tegen op, omdat de manager onvoldoende zicht heeft op het functioneren en de medewerker dat maar al te goed weet. Maar het moet nu eenmaal. De manager piekert zich suf in het vinden van zaken die verbetering behoeven, de medewerker doet zijn uiterste best om het grootste deel van zijn eigenbeeld in stand te houden. Einde van de rit, minder opslag dan gewenst en zaken waar de medewerker aan moet werken. Jaar op jaar gaat het vaak over hetzelfde en het gesprek vernietigt veel van de resterende motivatie.

Essentieel voor een leerproces is afdwalen, wie dat niet doet die zal nooit leren. Het eindejaarsgesprek zou zich moeten richten op het leerproces, niet op het afdwalen, niet op de ontwikkelpunten, maar op wat geleerd is. Niet op wat verbeteren moet, maar wat verbeterd is.

Kun jij het onvoorziene ontlopen en bedrijven, en vrij van fouten zijn?

Weer zo’twerevraag waarop het antwoord enkel nee kan zijn. De meeste zogenaamde fouten die mensen maken, of tekortkomingen die ze hebben, liggen bijna nooit aan de mensen zelf, maar aan de omstandigheden waar ze nog geen raad mee weten. Aan wie ligt dat dan? Is het fair om iemand daarom zijn promotie te onthouden? In mijn overtuiging is er maar een reden om iemand al dan niet aan het einde van het jaar te belonen en dat is of iemand geleerd heeft van de omstandigheden. Dat is één ding we leren door vallen en opstaan, we leren door ervaring. Maar daar houdt het niet mee op, er is meer.

Kun je verlicht worden, en overal doordringen zonder kennis?

Met deze zin sluit dit hoofdstuk van de tau te tsjing. Gingen de vorige zinnen over handelen en de onvolkomenheid van een mens, deze spreekt over verlichting maar dan alleen met kennis. Want op deze vraag is ook maar een antwoord mogelijk: neen dat kun je niet. Kennis is de ervaring in woorden gevat, het is het vermogen om uit te leggen wat er gebeurd. Kennis kan van anderen komen, kennis kan uit je ervaring komen. Verlicht ben je wanneer je de essentie van die kennis doorgrondt. Dat doe je door te doen, te denken, te lezen en weer te doen. Net zolang totdat je begrijpt.