Die pensioenleeftijd kan makkelijk naar 72

Ik moet nog tien jaar voor ik met pensioen kan‘, zei de achtenvijftigjarige. Hij was niet zozeer het werken zat, maar wel zijn managers. ‘Ik hoop dat ik boventallig wordt verklaard‘, hoorde ik de vierenzestigjarige zeggen. Niet omdat zij haar werk niet leuk vond, maar omdat haar manager het belangrijk vond om af te dwingen dat ze een uur eerder begon. Een vijfenzestiger die haar hele leven met passie had gewerkt, was blij met het pensioenakkoord waardoor ze er eerder mee kon stoppen. Omdat ze volgens haar manager iets te klantgericht was geweest, had ze een aantekening in haar dossier gekregen. Als een klein meisje kreeg ze een standje, haar hele leven had ze vol passie haar werk gedaan.

We zeggen: ‘ga maar lekker genieten van je pensioen’. Ik heb me altijd afgevraagd of men dat tijdens hun werkbare leven nooit genoten heeft. Toen ik deze drie verhalen in een korte tijd aanhoorde, begreep ik wat er mis is en waarom de verhoging van de pensioenleeftijd zo’twereprobleem is. Wat kunnen managers toch enorme eikels zijn en de noodzakelijke verhoging van de pensioenleeftijd onmogelijk maken.

Langer doorwerken is om meerdere redenen belangrijk. De levensverwachting is toegenomen. De huidige senioren hebben te weinig premie betaald voor een goed pensioen. Dit is een een bittere pil, wanneer je nu nog werkt en bij zo’twereeikel werkt. Eigenlijk moet je een baas zoeken waar je minstens tot je 72ste met plezier kunt werken.

Dat kan makkelijk, maar dan moet er wel iets wezenlijks veranderen in de mentaliteit van de managers. De voorbeelden waarmee ik begonnen ben, zijn exemplarisch. Ik begrijp deze mensen best dat ze het werk zat zijn. Ik was dat al zo’tweretwintig jaar geleden. Ik herinner me nog goed hoe ik tegen mijn laatste baas zei dat ik hem niet vertrouwde. Niet lang daarna heb ik mijn ontslag ingediend, wat een verademing nooit meer een baas, alleen nog maar klanten.

Managers moeten stoppen met het lastig vallen van hun medewerkers. Er zijn drie dingen die mensen nodig hebben: autonomie, verbondenheid en competentie. In plaats van hun autonomie te ontnemen, moet de manager zich richten op competentie. Protocollen en processen verhogen niet de kwaliteit van het te leveren werk. Competente mensen doen dat wel! Dit betekent natuurlijk wel dat er enige kennis aanwezig moet zijn om dit te beoordelen en te stimuleren. Een goede manager is meer een coach dan een politieagent.

De focus moet doorlopend zijn gericht op een groeiende competentie, door het geven van directe feedback en deze om te zetten in meetbare leerdoelen. Wat betekent dat de medewerker zich naast veel dieper ook veel breder ontwikkelt. Afhankelijk van de gezondheid en het energieniveau zoeken we steeds naar de meest optimale waarde die z/hij kan toevoegen aan de organisatie.

Op die manier is de kans uitermate groot dat iemand zelfs nog na zijn 72ste door wil blijven werken. Managers hebben de sleutel in handen voor zowel het pensioenprobleem als de structurele tekorten op de Nederlandse arbeidsmarkt.

Wist je overigens dat ik ook podcasts maak?