De bril die je draagt, maakt de organisatie die je krijgt

De afgelopen weken heb ik nagedacht in hoeverre de metaforen die we gebruiken de wijze waarop we organisaties ontwerpen beïnvloeden. Ik realiseer me dat dit op een manier is die we ons maar vaag realiseren. Het waren de reacties van een aantal mensen op tweets en blogs over agile versus waterval die mijn archeologische speurtocht in denken initieerde. Ik vind de stellingen die de waterval versus agile partijen innemen fascinerend en zoek een manier om daar van een afstand naar te kijken. Dit is een poging daartoe. 

Je krijgt de metafoor die je gebruikt. Daarmee bedoel ik dat we in ons taalgebruik beeldspraak voor moeilijk te bevatten concepten gebruiken. Als we ons een beeld hebben gevormd hoe een organisatie eruit ziet dan interpreteren we alles vanuit dat beeld. Een veel gebruikte metafoor voor organisaties is de piramide, in die piramide denken we vaak een organogram waarmee we aangeven hoe de macht is verdeeld. Van de boven naar beneden, en het zijn de managers die uiteindelijk de medewerkers op de werkvloer (begaande grond!) aansturen. Het is dan onvermijdelijk dat je met verantwoordelijkheidstabellen komt, met delegatieprincipes en met de gedachte dat je carriere maakt door manager te worden, het liefst zo hoog mogelijk in de boom. Michel Foucault heeft het in “Discipline, Toezicht en Straf” over de disciplineringstabellen. In de wereld van projecten, programma’s en portfolio’s is dit nog steeds het heersende paradigma. 

Ik heb mijn twijfels in de houdbaarheid daarvan, we zitten in een overgangsfase dat vraagt om een nieuwe metafoor. Waar ik overigens geen twijfels bij heb is de behoefte aan dappere projectmanagers die in de afgelopen decennia geweldige resultaten hebben neergezet. Die vaak het onmogelijke mogelijk maakten. Wanneer de nieuwe vorm van organiseren zich openbaart, dan mensen met die vaardigheden nog steeds hard nodig. Alleen hebben zij wel een andere bril nodig want de piramide verblindt. Als je een open geest hebt, hoef je niet bang te zijn dat er geen leuk uitdagend werk meer voor je is.

Ik heb nagedacht over een andere metafoor dan de piramide. Eerst dacht ik aan een netwerk, maar daar kwam ik niet veel verder mee. Het omvatte niet het gevoel dat ik bij een organisatie heb. Even dacht ik aan een soep waarin alles door elkaar heen kan bewegen, volledige wendbaarheid dat wel. Maar een soep koelt af als je er geen energie van buiten aan toevoegt. Daarnaast kan je al snel ergens een soepzootje van maken, geen goed idee dus. Vaak gebruikt men de metafoor van een levend systeem, echter systeemdenken is moeilijk en is niet direct een vereenvoudigde weergave eerder een complicerende. Bij een systeem moeten we het hebben over homeostase en equilibrium, niet echt toegankelijk. De beelden van de stam en familie kwamen voorbij, in ieder van dichter bij het gevoel dat ik er mee heb. Echter tribe gebruiken we al in de agile wereld en door dat als zodanig te gebruiken zou maken dat ik vind dat iedereen zich dan ook zo zou moeten organiseren. Ik was wel op de goede weg, maar niet ver genoeg.

Uiteindelijk kwam ik op het beeld van de samenleving, met in die samenleving stammen, families en gezinnen. Toch was ook dat niet bevredigend, de metafoor was te veel omvattend. Toen gebeurde er iets, noem het synchroniciteit of gewoon een logisch gevolg van dat ik veel lees, maar op blz 313 van Otto Scharmer’s boek over Theory U stond de metafoor waar ik naar op zoek was: organisaties zijn klantsamenlevingen. Via een andere zoektocht dan de mijne, een andere argumentatie, maar voor mij wel een bevestiging. Een metafoor waar ik ook nog eens aansluiting vindt bij een gedachtegoed dat onze organisaties wendbaarder kunnen maken. Benieuwd wat dit betekent voor de wijze waarop we organiseren, wel ik ben nog niet uitgedacht, kijk dus uit naar de toekomstige blogs over dit onderwerp.