Hoe gaan we #projectmanagement van de ondergang redden – deel 6: Korte termijnsuccessen 

Wanneer de macht door de besturen van verenigingen, opleiders en consultants is overgedragen aan de leden van de vakgemeenschap, pakken deze de draad op en ontwikkelen zij een nieuwe visie voor projecten, voor het neerzetten van de resultaten waar onze samenleving op zit te wachten. Dit is de zesde in een reeks van acht blogs waarin ik een gedachtenexperiment uitvoer om projectmanagement van een gefantaseerde afgrond weg te halen. Ik raad je aan eerst de vorige vijf te lezen.

Wanneer je de macht aan het individu overdraagt, krijg je initiatieven, je hoeft dan niet meer te bedelen om vrijwilligers, die heb je niet nodig want mensen gaan helemaal uit zichzelf aan de slag. De motivatie komt van binnenuit zogezegd. Niet van een bestuur dat hoog iets bedenkt! De mensen die aan de slag gaan hebben geen ander belang dan zichzelf te ontwikkelen. Het zijn geen opleiders die hun PRINCE2 omzet veilig willen stellen. Kennisdeling die ter beschikking wordt gesteld aan de gemeenschap. Iets wat je bijvoorbeeld heel mooi in de agile gemeenschap ziet gebeuren. Mensen netwerken niet om iets te halen, maar om iets te brengen.

De bescheiden initiatieven brengen ons korte termijn successen. Omdat mensen dit samen doen vesterkt dit hun gevoel van verbondenheid, de successen bevredigen de behoeftes aan competentie en tot slot, ze doen hetzelf waarmee ook de behoefte aan autonomie bevredigd wordt. Denk je eens in hoe de projectmanagementcongressen dan gaan. Nu moet je door een ballotagecommissie die denkt te weten wat het beste is. Maar straks bied je jezelf aan met een lezing, workshop of iets anders en het publiek kiest op voorhand wie op het podium mag kruipen. Wat een toegevoegde waarde. Als een activiteit niet goed is, dan geven we direct advies in plaats van evaluatieformulieren in te vullen.

Door de korte termijn successen, fail fast, leren we waar we als gemeenschap naar toe moeten. Geen lange termijn strategieen, maar een strategie die we gedurende de vlucht ontdekken. Wat zou dat een mooie toekomst zijn.

Hoe gaan wij #projectmanagement van de ondergang redden – deel 5: Machtsoverdracht

We zijn bezig met een gedachtenexperiment om projectmanagement van de ondergang te redden. Ik raad je aan om de vorige blogs in deze reeks te lezen want dit is al de vijfde in een reeks van acht waarin ik de acht stadia van transities volgens John P. Kotter gebruik om te fantaseren wat er zou moeten gebeuren om de crisis waarin projectmanagement zich bevindt ten gunste te keren. Wanneer je denkt dat er geen crisis is, dan denk ik dat het nu tijd is om wakker te worden. Mijn eerste project managede ik in het begin van de tachtiger jaren van de vorige eeuw en met lede ogen heb ik gezien hoe dit vak langzamerhand verstikt is door best-practices en procedureel denken. Ik heb nog steeds een van de laagste certificaatnummers van de PMP certificeringen in Nederland denk ik. Niet dat dit wat uitmaakt want een verlenging daarvan is simpel behaald, ik denk alleen wel dat de afgelopen keer de laatste herhaalbetaling was.

Tussen de jaren dat ik het vak leerde en daar waar we nu staan, zijn er weinig tot geen echte innovaties geweest. Misschien mag je de critical chain nog wel als een van de meer prominentere benoemen, maar alle overigen zijn vormen van enkelslag leren geweest. Ik heb me in die decennia machteloos gevoeld. Stel je voor, een discussie over dat de projectmanager NIET in de stuurgroep zit, maar er wel bij. Of dat je de management producten in een andere folder moet stoppen dan de fasedocumenten (of dit uberhaupt iets uitmaakt). We hebben ingewikkelde portfoliomanagementsoftware gezien. Duizenden gedragscriteria waar de projectmanagers minstens 80% van zouden moeten bezitten. Iemand die in de afgelopen vijf jaar drie jaar interim manager was van een fabriek met 3.000 man die geen IPMA B certificering kan halen omdat hij geen relevante projectmanagementervaring heeft.

Het rare nu is, dat van al die mensen die een bijdrage leveren aan het projectmanagementgemeenschapssysteem (dat is een mooi scrabblewoord), de meesten van goede wil zijn. Toch is er een systeem ontstaan dat niet productief is. Alle pogingen van de afgelopen dertig jaar hebben niet dat resultaat geleverd wat we ervan mochten verwachten. Het is een systeem geworden waar veel mensen hun brood mee verdienen en daar zit een deel van de motor die het in stand houdt. De belangrijkste innovatie is de agile beweging geweest, echter wanneer je de toonaangevende schrijvers opdat gebied leest (dan moet je overigens wel naar het Engelse taalgebied gaan) dat zie je daar een grote aversie tegen de traditionele projectmanager, zelfs een waarschuwing dat je bepaalde rollen niet door een projectmanager moet laten doen. Ik denk dat dit een waarschuwing is die uit ervaring is geboren. Agilisten en projectmanagers verhouden zich moeilijk, het zijn twee verschillende paradigma”s.

Ik grijp nu terug op het thema van de vorige blog, de visie die we gemeenschappelijk verder in de WIKI ontwikkelen. Ik droom van een machtsoverdacht, waarin managers, verenigingen en opleiders hun invloed staken en het overdragen aan het individuele lid van de gemeenschap. De besturen van de verenigingen zijn vanaf heden dienaars van de leden, de opleiders stoppen met het verkondigen van onzintheorieen en faciliteren verandering in plaats van hun eigen bankrekening. Ik wil als individu de macht terug om de visie die wij samen maken verder te realiseren. Als er toch ergens zelfsturing zou moeten zijn dan moet dat toch in de gemeenschap zijn.

Hoe gaan we #projectmanagement van de ondergang redden – deel 4: Communicatie

In de vorige drie blogs heb ik je meegenomen in een gedachtenexperiment waarin we samen projectmanagement van de ondergang gaan redden. Want om een transitie succesvol op gang te brengen is er een gevoel voor urgentie nodig. Door te stellen dat wanneer er niets verandert in de projectmanagementgemeenschap heb ik een crisis veroorzaakt, heb ik allen die hun professionele identiteit aan die van projectmanager hangen angstig gemaakt. Dat werd hoog tijd want als je denkt dat jouw beroep niet in gevaar is dan heb je het goed mis. We hebben in gedachten een leidende coalitie gevormd van zes onbekende mensen uit IPMA, PMI en de BPUG, zij hebben een visie ontwikkeld en die gaan wij met hen communiceren.

Want dames en heren, wat in het oude paradigma onder communiceren werd verstaan dat is nu even iets anders. Want was het tot nu toe zo, dat het bestuur van een vereniging een visie bedacht en die dan mededeelde aan de leden en dacht dat ze dan communiceerden, dat is nu voorbij, communiceren is iets dat we samen doen. De visie die de zes gemaakt hebben komt in een WIKI te staan en ik droom dat minimaal vijfhonderd leden daarmee aan de slag gaan. De zes vertegenwoordigers worden nu opgenomen in de grotere gemeenschap en samen slijpen we de woorden fijn. Samen maken we een visie, communiceren is communie, het is gemeenschap en de WIKI is daar het instrument bij uitstek voor.

Communiceren is met elkaar in gesprek gaan, er ontstaan op onderdelen interessegroepen die dat verder uitdelen. Kennis en wijsheid wordt gedeeld. On-line wordt er geen discussie maar een dialoog gevoerd. Mensen zijn nieuwsgierig naar elkaar in plaats van gericht op het eigen gelijk. Met waarderende vragen leren we onze gemeenschappelijke missie kennen en ontdekken we waar we met z’n allen naar toe willen. Een gemeenschappelijke visie opbouwen, het is al zo oud als dat Peter Senge zijn vijf disciplines van een lerende organisatie opschreef.

Droom met mij verder, een gemeenschap waar dialoog de primaire communicatievorm is, die floreert, die een overvloed aan vrijwilligers kent die voor hun passie gaan. Betere mensen voor een betere wereld. In die visie onderschrijven wij dat we de best-practice de deur wijzen en zoeken naar nieuwe wegen die betere resultaten op leveren voor de mensen die bij onze projecten betrokken zijn. We zijn agnostisch van aard en verwerpen elke vorm van zelfgenoegzaamheid, we zijn er niet om processen te ontwikkelen die zeggen wat mensen moeten doen, nee in tegendeel wij de gemeenschap wij bekrachtigen juist de leden uit ons midden.