Alternatieve feiten in projectmanagement

Als je regelmatig je timeline op LinkedIn of Twitter checkt, kom je regelmatig titels tegen in de trant van “10 trends in projectmanagement …”. Ik doe dan vaak een poging om door te linken en te lezen wat er staat. In de meeste gevallen loopt dat uit op een teleurstelling, omdat ze vaak niet logisch zijn en er zelden tot nooit een verwijzing is naar de bronnen van waaruit men tot deze conclusie komt. Het probleem met deze berichten is dat het ‘alternatieve feiten’ zijn. Deze term is bedacht door het team van President Trump om een tegenvallend feit (minder mensen op de inauguratie dan de vorige president) op de een of andere manier te verzachten. Alternatieve feiten als een psychologisch zelfmechanisme.

Laten we eerlijk zijn, de meeste trends hebben een ander verloop dan dat de voorspeller voorspelde. Je ziet pas een trend als je jezelf er niet meer voor kunt voorbereiden. Mijn definitie van een trend is iets dat zich reeds heeft voltrokken en waar we ons plotseling bewust van worden. Deze bewustwording is beangstigend helemaal wanneer we ons nog niet goed hebben aangepast aan die verandering. Het heeft allemaal te maken met persoonlijke wendbaarheid. Veel van de zogenaamde trendwatchers doen iets wat ik niet helemaal eerlijk vind. Ze hebben een idee en dat idee presenteren ze als trend. Een techniek die ze van de modebranche hebben geleerd. Immers het zijn de designers die bedenken wat de mode dit jaar wordt en presenteren dit dan als trend. Het koopvolk denkt dan “hier moet ik bij zijn” en schaft de nieuwe kleren aan. Als een zelfvervullende profetie voltrekt zich daarna de trend.

Wat moet ik dan met de ‘alternatieve feiten’ die de mensen die ik volg op LinkedIn en Twitter plaatsen. Kan ik er dan helemaal niets mee? Ik vrees het niet, het enige wat een bericht je zegt, is wat de plaatser graag zou willen. Zo zal een projectmanagementvereniging de trend zien dat er steeds meer projecten komen, de agilist zal een toename van het aantal squads signaleren, Geert Wilders ziet een toename van het aantal shariawijken en ik zie een toename van het aantal racisten in Nederland. Kloppen deze trends? Nee, dat doen zij niet, in ieder geval kan ik het niet zeker weten. Het zegt meer iets van mijn interesses, dat wat ik belangrijk vind en de bevestigingsruis in mijn brein die confirmatie wil van wat het toch al denkt.

Daarom ben ik blij met instituten als het CBS, met wetenschappers die onafhankelijk onderzoek doen. Ik denk dat verenigingen zoals IPMA, PMI, de BPUG en zo zijn er nog wel een paar anderen de plicht naar hun leden hebben om zo objectief mogelijk te onderzoeken welke ontwikkelingen haar leden hebben gemist. Dat moeten zij met ons delen opdat we bij de zichzelfbenoemde trendwatchers het koren van het kaf kunnen scheiden. Bij deze de oproep.