De vrijheid van meningsuiting?

De Westerse wereld was geschokt, ineens was iedereen strijder voor de vrijheid van meningsuiting. Sommige stijders brachten zelfs het ultieme offer (opmerking: dit is satire) door twee keer vroeg op te staan om een exemplaar van Charlie te kopen. Of ze daar ook een Frans woordenboek bij hebben gedaan, want het is een Frans blad tenslotte (nog steeds satire), dat weet ik niet. Maar je kunt in ieder geval later zeggen dat je geen lafbek was.

Politici van levensbeschouwelijke partijen die nog enkele honderden jaren geleden geen moeite hadden om iemand met een Joodse achtergrond als moordenaars van hun Heiland af te schilderen, refereerden naar de Joods-Christelijke wortels van onze cultuur (ook dit is satirisch bedoeld).

Grote ophef, een karavaan van cabaretiers en komieken trok op de televisie voorbij om te vertellen hoe laf dan wel hoe dapper zij zijn (nog steeds satire).

Maar ondertussen voltrok zich een nieuwe ramp van ongekende omvang. 45 kerken verbrand, 5 hotels, 36 cafés, etc. Nu vind ik dat net zo verwerpelijk als de aanslag op het noodlijdende satirische krantje waar de meeste Nederlanders nog nooit van hadden gehoord, maar ik vraag het me wel af, of dit het waard was? Want hoe verwerpelijk je ook geweld gedaan uit naam van Allah, God of de Onuitspreekbare, vindt, hebben we deze mensen hiermee geen dienst geleverd. Het besluit van de overgebleven redactie om een huilende profeet af te beelden heeft wereldwijd gezien de vrijheid van meningsuiting geen goede zaak gedaan. Zij hebben dus ook bloed aan hun handen (dit is ongepaste en zeer zieke satire).

Als anderen haat zaaien, moeten wij dat dan ook doen? (Nu stopt de satire) Ik denk aan de uitspraak van de Paus die onlangs zei dat de vrijheid van meningsuiting niet hetzelfde recht is om een andermans geloof te beledigen.

Zijn roep is er één van zachtmoedigheid als antwoord op wat er is gebeurd. Daar sluit ik me bij aan.