Slechte en goede mensen (2/2)

Wie is goed? De reiziger die geen spoor nalaat, de spreker die geen fout maakt, de rekenaar die geen telraam hoeft, mensen die goede dingen achterlaten. Dit is het tweede deel van een wat langere blog. Ik raad je aan om de vorige, die ik gister heb geschreven, als je dat niet al gedaan hebt eerst te lezen. We laten ons inspireren door de 27ste tekst uit de tao te tsjing. Hier komen de teksten:

  • Ook al zijn de mensen slecht, waarom zou men ze moeten verwerpen?
  • De wijze is daarom altijd een goed redder van mensen, en geen mens wordt verworpen; 
  • Hij is een goed redder van dingen, en niets wordt verworpen: dit wordt dubbele verlichting genoemd.

Het voelt altijd een beetje ongemakkelijk om te praten over goede en slechte mensen, er over denken gaat ons makkelijker af. Ik kan je zo een lijstje slechte mensen geven, naar alle waarschijnlijkheid zal ik bij sommigen ook wel op een soortgelijk lijstje staan. Ik heb nog steeds een paar vrienden van vroeger die geen contact meer willen en gezien wat ik toen gedaan heb misschien ook wel begrijpelijk. Een mens is slecht, slechts in de ogen van een ander.

Toch, en wie wil dat nu niet, als we liever goed dan slecht willen zijn, dan moeten we daar natuurlijk wel over durven te spreken en te schrijven. Al is het alleen maar om een gesprek op gang te brengen. Dat doe ik in deze blog, die over slechte mensen gaat, of mensen die dingen doen die slecht. Wat doet nu een goed mens? Die verwerpt niet, die redt! Dit roept twee vragen op:

  1.  Wat is verwerpen?
  2.  Wat is redden?

In de Amerikaanse presidentsverkiezingen sprak de kandidaat die uiteindelijk, tegen alle verwachtingen in won, regelmatig over illegalen en moslims alsof zij verwerpelijke mensen waren. De andere, verliezende kandidaat, was geen haar beter want die vond de stemmers van de winnende partij ‘deplorable’. Het interessante overigens is dat beiden de ander willen ‘redden’, door hen te overtuigen van hun mening over de oplossing van het probleem.

De actie van het redden, begint bij het niet verwerpen van de ander die het volgens jou mis heeft, die volgens jou een slecht mens is. Dit is dubbele verlichting: eerst bij de wijze die de slechte niet verwerpt, dat is de eerste verlichting. Dan begin de redding, het overtuigen van de ander, wanneer dat lukt, is dat de tweede verlichting. Zowel de redder als de geredde worden in dit proces verlicht. 

Wie is goed en wie is slecht? In aanvang is degene die het eerste niet verwerpt de goede en uiteindelijk, na de redding, zijn beiden goed! De tekst eindigt met:

  • Zij die hun leermeesters niet achten, en zij die hun materiaal (de ‘slechten’) niet liefhebben, zijn in de war, ook al handelen ze ‘politiek’. Dit is wezenlijke subtiliteit.

Binnenkort zijn er verkiezingen. Ik ben, terwijl ik dit schrijf nog ‘zwevend’, voor het eerst in al die keren dat ik heb gestemd. Eerlijk gezegd weet ik het niet meer zo zeker. Maar wat ik zal doen in mijn afweging de komende maanden, is als het primaire criterium het ‘niet verwerpende’ te nemen. Alleen op die partij die insluit en niet uitsluit zal ik stemmen. Ik heb nog niet besloten welke. Maar ik zoek een partij die toekomstgericht en opbouwend is, dat is voor mij een goede partij! De anderen, och, die zijn niet slecht, die zijn slechts in de war.

Slechte en goede mensen (1/2)

Misschien is ieder mens goed in aanleg, daar zijn de filosofen, dominees, priesters, imans en rabbis het nog niet over eens. Ik probeer mijzelf te zien als een goed mens, maar ik heb ook wel slechte dingen gedaan, of dingen die minder goed uitwerkten. In deze wat langere blog die ik over een aantal dagen uitspreidt, laat ik mij inspireren door de 27ste tekst uit de tao te stjing, een klein boekwerkje dat ver voor onze jaartelling door de Oosterse wijsgeer Lao Tze is opgesteld. De tekst begint als volgt:

  • Een goed reiziger laat geen spoor na; een goed spreker begaat geen fout; 
  • Een goed rekenaar behoeft geen telraam; 
  • Wie goed sluit, behoeft geen tralies of grendels, en niemand kan na hem openen.

Het begrijpen van deze teksten werkt op dezelfde manier als wanneer je vanuit het licht in een donkere kamer komt. In aanvang lijkt het alsof je niets ziet. We zeggen dan dat de ogen aan het donker moeten wennen . Dat is echter niet het geval, wat er feitelijk gebeurt, is dat de hersenen, doordat het donker is, minder indrukken dan anders krijgen. Na verloop van tijd weet je brein een beeld van de donkere kamer op te bouwen. Dat gaat sneller wanneer de kamer bekend terrein voor je is. Zo is het met deze teksten ook. Je leest de zinnen die nog maar weining van hun betekenis prijsgeven. Misschien vind je ze wel zweverig. Na verloop van tijd gaat het brein invullen. Het mooie is dan, dat de tekst daardoor een persoonlijke betekenis krijgt. Wat je dus in deze blog leest, is iets heel persoonlijks van mij. Ik hoop dat het je inspireert. 

Terug naar de tekst, die gaat over reizigers, want dat zijn wij in zekere zin. Elke onderneming is een reis. We hebben een beeld waar we naar toegaan, soms is dat heel concreet, niet zelden bij aanvang heel vaag. Er zijn mensen die weten wat ze willen en weer anderen ontdekken dat onderweg. Beiden zijn goed als je maar oplet dat je geen sporen achterlaat. Je kent ze wel, van die mensen die een spoor van vernieling achter zich hebben. We hebben machthebbers, filosofen, organisaties, partners en anderen gehad die meer kwaad dan goed hebben gedaan men hun woorden, plannen of handelingen. Ze maakten bevolkingsgroepen verwerpelijk, begonnen oorlogen die miljoenen mensenlevens hebben vernietigd. CEO’tain’thebben veranderingen doorgedrukt die bedrijven op en soms over de rand van de afgrond hebben geduwd. Sommige mensen spreken helende woorden en inpireren mensen, weer anderen inspireren met enkel haatzaaiende woorden. De een brengt bijeen, de ander splijt, vertel mij maar wat goed en wat fout is. Ik hoef daar niet lang over na te denken.

Het zou je misschien verbazen, maar ook de businesscase (het telraam) heeft een plaatsje in deze tekst gekregen. Echter een goed rekenaar heeft geen businesscase nodig. We zijn een beetje gaan geloven dat je alles door moet rekenen. Iemand wil een investering doen en verzint daar een businesscase voor. Een sluwe netto contante waarde berekening, een juiste hurdle rate en alles is wel te rechtvaardigen. Helemaal link wordt het wanneer mensen je adviseren om alles kwantificeerbaar te maken. Dat laatste is overigens goed mogelijk, omdat als iets belangrijk is, dat het dan observeerbaar en dus ook meetbaar is. Dat wil alleen niet zeggen dat je dat ook zou moeten doen. De goede rekenaar, de entrepreneur, die ziet wel of het kan, vaak in een oogopslag. Daar zouden er meer van moeten zijn, maar dan wel mensen die de vorige twee lessen ook respecteren.

Ik besluit dit deel van de wat langer blog met de vierder regel: wie goed sluit, behoeft geen tralies! Dit sluit aan bij de eerste zin over de reiziger die geen spoor nalaat. Elke deur die je dicht doet, moet je goed dicht doen. Laat geen ‘ellende’ achter die een ander op moet ruimen. Dat geldt in het klein: je zadelt je partner niet op met een last die eigenlijk de jouwe is. Maar ook in het groot, je begint geen bedrijf dat de samenleving achterlaat met een enorme ecologische schade. Goede mensen doen dat niet!

Morgen het vervolg.

Domme egocentrische narcist stop met personal branding

Weer een blog geinspireerd op de tau te tsjing van de Oosterse wijsgeer (een ander woord voor filosoof) Lao Tze. Ik weet niet helemaal zeker of je dit een ‘heilig’ boek mag noemen, maar het is in ieder geval wel een van de korste: 81 korte in het Nederlands niet rijmende versjes. Veel religies zouden daar een voorbeeld aan kunnen nemen, maar dat terzijde. Ik heb het boekje al zo’tweretwintig jaar in mijn bezit en in het begin snapte ik er niets van, maar langzamerhand wordt de betekenis en de waarde ervan steeds helderder. Toen ik een aantal maanden geleden de boekenkast opruimde kwam het weer tevoorschijn, het was naar achterengeschoven. Ik reflecteer op deel 24 want dit heeft alles te maken met personal branding, of in ieder geval hoe je dit juist niet moet doen.

  • Een mens kan op zijn tenen niet stevig staan; een die wijdbeens staat, kan niet doorlopen;
  • Een mens die zichzelf naar voren schuift, kan niet uitblinken;
  • Een mens die zichzelf aanbeveelt, kan niet opvallen;
  • Een mens die zichzelf prijst, kan geen verdienste hebben;
  • Een mens die zichzelf verheerlijkt, kan niet uitmunten.

Er is een verschil tussen buiten je comfortzone te gaan en op je tenen te lopen, net zoals er een verschil is tussen assertiviteit en jezelf groter maken dan je werkelijk bent. Het is geen stevig fundament en schiet ook niet op. Het uitblinken, opvallen, verdienstelijk zijn en uitmunten, komt als eerste, de rest volgt vanzelf. Het is niet nodig om je SCRUM certificaatje op LinkedIn te zetten. Het is niet nodig om jezelf onder de aandacht te brengen bij je manager. Als je uitmunt dan wordt dit vanzelf zichtbaar, tegelijkertijd val je ook niet snel in het Peters Principle (iemand maakt carrière net zolang totdat hij in een functie komt die te hoog gegrepen is). Als je personal branding nodig denkt te hebben dan is er vaak niets te “branden”. Eerst de inhoud en dan pas de verpakking.

De wereld staat voor immense uitdagingen, zeven miljard mensen die een planeet moeten delen. Ik woon in Europa, een continent met een historie waarin zij zichzelf steeds op de voorgrond dacht en plaatste. Nog steeds denken we een superieure cultuur te hebben en of dat zo is laat ik in het midden, maar ik pleit wel voor een iets nederigere opstelling. Een respectvolle naar elkaar. Nederigheid is waar het in dit deel van de tau te tsjing over gaat. Verwar dit niet met onderdanigheid, integendeel, het is de ander op de gelijke plaats stellen. Als je dat doet dan hoef je niet op je tenen te lopen, of jezelf naar voren te schuiven, anderen zullen je aanbevelen, prijzen en verheerlijken. Dat is de juiste weg naar personal branding.